Natuurmonumenten gaat in Nationaal Park Zuid-Kennemerland aan de slag met de aanleg van stuifkuilen, plaggen en het plaatselijk verwijderen van struiken. De werkzaamheden maken onderdeel uit van het Programma Aanpak Stikstof, dat in vele natuurgebieden in Nederland plaatsvindt.
In de duinen komt de bijzondere aardbeivlinder voor. Maar deze insecten hebben het moeilijk: ze zijn afhankelijk van gevarieerd duingrasland, met veel kleine kruidachtige planten. De rupsen lusten alleen blaadjes van dauwbraam, kleine bosaardbei en vijfvingerkruid. En die kunnen niet kiemen in een dichte ruige grasmat.
Met geld van Rijkswaterstaat en provincie Noord-Holland kan Natuurmonumenten nu nog meer doen voor de aardbeivlinders en andere bijzondere duindieren en -planten. De komende jaren worden op veel plekken kleinschalig stukjes afgeplagd en worden stuifkuilen aangelegd. Ook worden grote groeiplaatsen van bijvoorbeeld duindoorn verkleind, waardoor er meer open en bloemrijk duingrasland ontstaat. En het hele gebied wordt nagelopen op nieuwe Amerikaanse vogelkers.
Boswachter Ruud Luntz: ,,Door de hoge concentratie stikstof die door bedrijven en industrieën wordt uitgestoten, groeien soorten als de duindoorn en verschillende grassoorten zo hard dat andere zeldzamere soorten geen kans krijgen om zich te ontwikkelen.” Hij hoopt dat vijfvingerkruid en kleine bosaardbei zich gaan vestigen op de schrale en open duingrond. De runderen en paarden die het gebied begrazen zorgen er voor dat de vegetatie kort blijft en ruigte niet terug komt.
Alle wandelpaden blijven toegankelijk en in de weekenden wordt er niet gewerkt door de aannemers. In februari en maart wordt voornamelijk gewerkt in het rustgebied, wat niet toegankelijk is voor bezoekers. Op doordeweekse dagen kunnen fietsers en wandelaars wel werkverkeer tegenkomen. Tussen juli en november wordt er in het hele gebied gewerkt.
Zie ook www.natuurmonumenten.nl. (foto: Natuurmonumenten)