Velsen – De kade van de Velsen Offshore Base (VOB) in Velsen-Noord is niet geschikt om een groot zeecruiseschip te laten aanleggen. Ook na doorvoering van de aanpassingen, die de huurder van de VOB-kade heeft voorgesteld, zijn er veiligheidsrisico’s. Dat heeft Rijkswaterstaat (RWS) aan de gemeente Velsen laten weten. Er moet nu ofwel een nieuw plan op tafel komen voor hetzelfde cruiseschip, ofwel een plan voor het afmeren van meerdere riviercruiseschepen met een kleinere capaciteit.
De VOB-kade ontvangt normaal gesproken kleinere schepen, dus er moeten maatregelen worden getroffen om de kade geschikt te maken voor een zeecruiseschip. Op basis van de huidige situatie en de voorgestelde aanpassingen bestaat het risico dat een zeecruiseschip bij sterke wind kan losraken van de kade. Dit veroorzaakt veiligheidsrisico’s voor de bewoners van het schip en voor schepen die in het kanaal varen. Ook moet het mogelijke effect van de bouwwerkzaamheden op de nabijgelegen Velsertunnel beter in kaart worden gebracht. Uiteindelijk besluit het Rijk of de locatie veilig gebruikt kan worden. Het Rijk heeft op basis van het oordeel van RWS besloten dat zij de veiligheidsrisico’s onacceptabel vindt.
Voor het maken van een nieuw plan schakelt het Rijk een externe adviseur in. Deze adviseur verkent of er een nieuw en veilig ontwerp voor de kade gemaakt kan worden, dat ook op korte termijn uitvoerbaar is. De noodopvanglocatie blijft bij deze optie verder hetzelfde. Alleen de manier waarop het schip wordt vastgelegd aan de kade wijzigt. Het Rijk had exclusieve opties op twee schepen, maar die verliepen. Daarom heeft het Centraal Orgaan Asielzoekers (COA) een contract met de eigenaar van het beoogde schip afgesloten. Als er op korte termijn een veilige manier naar voren komt om een zeecruiseschip aan te leggen, is er dus ook een schip beschikbaar. Lukt dat niet, dan komen de kleinere riviercruiseschepen in beeld.
Archieffoto: Bos Media Services