De jaarlijkse trek van volwassen palingen naar zee via het sluizencomplex IJmuiden is sinds kort weer op gang gekomen. Om die reden zet Rijkswaterstaat de bellenschermen in de Noordersluis – een maatregel tegen toename van verzilting van het Noordzeekanaal – ’s nachts uit. Rijkswaterstaat kiest ervoor om de trek van de zogenaamde schieralen niet te veel te verstoren.
Elk najaar, van oktober tot in januari, zwemmen volwassen palingen (schieralen) naar zee om zich voort te planten. Dat voortplanten doen ze na een 6000 kilometer lange reis, dwars door de Atlantische Oceaan tot ze in de Sargassozee nabij de Caraïben zijn aangekomen. Ongeveer 10% van de Nederlandse populatie gaat naar de zee via IJmuiden. Door de droogte is de vismigratie wat vertraagd, maar na de neerslag van afgelopen week is de migratie van de schieraal op gang gekomen.
In het Noordzeekanaal stroomt zoutwater over de bodem vanuit IJmuiden richting Amsterdam. Om verzilting tegen te gaan, zetten we sinds september twee bellenschermen in aan weerszijden van de Noordersluis. Het geleidelijk toenemende zoutgehalte in dit kanaal in de richting van IJmuiden, is voor de trekvissen de manier om langzaam te wennen aan het hogere zoutgehalte van het water. Schieralen uit de wijde omtrek maken daarom juist gebruik van het Noordzeekanaal om naar zee te zwemmen.
Het Noordzeekanaal is voor de schieralen dus een belangrijke route. Uit onderzoek is ook gebleken dat de vissen vooral door de spuisluizen en de Noordersluis trekken, maar de bellenschermen belemmeren de doorgang van deze trekvis. De bellenschermen zijn vanwege de drukverschillen voor vissen slecht te passeren. Bij het zoeken van een uitweg bestaat de kans dat de vissen terechtkomen in de pompen van het gemaal, wat ze vaak niet overleven.
Om de trekvissen doorgang te geven naar zee, zet Rijkswaterstaat de bellenschermen bij de Noordersluis van 18:00 uur tot 07:00 uur uit. Dit doen we ’s nachts omdat in IJmuiden ruim 80% van de dieren alleen in het donker actief is. Overdag gaat het bellenscherm weer aan om verzilting tegen te gaan. Deze maatregel is verantwoord met het oog op de huidige en toekomstige omvang van de wateraanvoer via het Amsterdam-Rijnkanaal.
Rijkswaterstaat en regionale partners onderzoeken de komende jaren gezamenlijk de migratie van trek- en standvissen in en rondom het Noordzeekanaal. Gemalen, stuwen, dammen en sluizen vormen een barrière voor vissen, waardoor het bereiken van geschikte leefgebieden vaak onmogelijk is.
Met name trekvissen, die migreren tussen zoet en zout water, hebben sterk te lijden onder de versnippering van watersystemen. Aan de hand van de onderzoeksresultaten kunnen gerichter maatregelen worden getroffen om een vrije migratie van trekvis te verbeteren. (foto: Rijkswaterstaat)