Velsen – Sommige dingen zijn anno 2020 zo vanzelfsprekend geworden, of zelfs al voor een deel achterhaald, dat je er nauwelijks bij stilstaat dat ze eigenlijk nog maar betrekkelijk kort geleden zijn gerealiseerd. Kabeltelevisie is daar een mooi voorbeeld van. Deze week is het precies veertig jaar geleden dat de eerste schop de grond in ging om de gemeente Velsen te voorzien van een Centrale Antenne Inrichting (CAI). Het besluit tot invoering van kabeltelevisie kon echter destijds niet zonder slag of stoot worden genomen.
In de jaren zeventig had iedereen voor het ontvangen van televisiesignalen een eigen antenne op het dak staan. Dat veranderde begin jaren tachtig door de komst van kabeltelevisie. Maar lang niet iedereen stond te juichen toen de gemeente aankondigde te willen overgaan tot de aanleg van een CAI-netwerk. Krantenberichten uit die tijd, met koppen als ‘Meerderheid wenst geen kabeltelevisie’ en ‘Kabel-tv wordt me opgedrongen’ erboven, spreken boekdelen. In Zeewijk speelde nog een extra probleem. Bewoners van een aantal flats in die wijk hadden eerder een eigendomsrecht verworven van het centrale antennesysteem op de flats waarin ze woonden. Enkele bewoners weigerden om dat eigendomsrecht, waarvoor ze destijds 312 gulden hadden moeten betalen, op te geven in ruil voor kabeltelevisie. Op grond van de bepalingen werd daarom aanvankelijk besloten dat de hele groep van 150 bewoners verstoken zou blijven van kabeltelevisie. Na een nieuwe onderhandelingspoging vanuit de gemeente gingen de weigeraars alsnog overstag en werd ook bij deze flats het CAI-netwerk aangelegd. Ook in Velsen-Noord ontstond commotie over de aanleg van kabeltelevisie, want in de buurtschappen Wijkeroog 4 en 5, voorheen ook wel bekend als ‘de witte buurt’, werd de vereiste tweederde meerderheid net niet gehaald. De wijkcommissie kwam in verweer. Er werd een telegram (!) aan wethouder van Heel-Montijn gestuurd en er werd gedreigd met een rechtszaak als dit deel van de gemeente verstoken zou blijven van kabeltelevisie. Tot een rechtszaak kwam het uiteindelijk niet, maar later werd alsnog een kortgeding aangespannen door bewoners die weigerden om over te stappen van de antenne naar de kabel, omdat ze hiervoor een hoger maandtarief moesten betalen. Die rechtszaak werd door de bewoners verloren.
Geen unaniem besluit
Het besluit om over te gaan tot de aanleg van een CAI werd door de gemeenteraad van Velsen genomen op 17 april 1980. De gemeente had ervoor gekozen om zelf alle benodigde materialen aan te schaffen en vervolgens een installatiebedrijf de zaak verder te laten regelen. De gemeenteraad stelde hiervoor een bedrag van ruim 15,3 miljoen gulden beschikbaar. Ook onder de politieke partijen heerste verdeeldheid over de te nemen stap. Het werd dan ook geen unaniem besluit, ruim een derde van de raadsleden stemden tegen. Daarmee was echter de vereiste meerderheid voor aanleg van de CAI en dus kon er gegraven worden. Op 30 juni 1980 verrichte wethouder Van Heel-Montijn de officiële handeling voor het leggen van de eerste kabel. Dat gebeurde aan de Grote Hout- of Koningsweg in Velsen-Noord, op het gedeelte tussen de Wenckebachstraat en het Guldenwagenplantsoen. Het zou echter nog twee jaar duren voordat de gehele gemeente Velsen was aangesloten op de kabel. De kabelleggers werkten van noord naar zuid, het gebied in Santpoort tegen de gemeentegrens met Bloemendaal was het laatst aan de beurt. Veel viel er in de eerste jaren overigens niet te kiezen. De kijkers konden via het kabelnetwerk afstemmen op Nederland 1 en Nederland 2 (het derde net bestond toen nog niet), een Belgisch kanaal en drie Duitse kanalen. De signalen werden vanuit het ontvangststation in Velsen-Noord op de kabel gezet. Lang niet overal in de gemeente Velsen was de ontvangst in de huiskamers gedurende die eerste jaren in orde. In 1986 werd daarom aansluiting gezocht bij de gemeente Haarlem, waardoor een betere ontvangstkwaliteit kon worden gerealiseerd. Ook werd in 1986 besloten het aantal kanalen uit te breiden van 6 naar 18. Niet alle kanalen werden direct benut, in eerste instantie kreeg de kijker er in april van dat jaar vier tv-zenders bij: Sky Channel, Europa TV, Music Box en de Franse zender TV5.
Abonneetelevisie
Weer een jaar later werd ook het begrip abonneetelevisie in Velsen bekend. Filmnet, een televisiekanaal met dag en nacht speelfilms, kwam op de kabel. Dit stelde inwoners in staat om deze zender, tegen betaling van een extra bedrag, toe te voegen aan het pakket. En zo breidden de mogelijkheden zich steeds verder uit. Jan van Lente was in die jaren werkzaam als opzichter bij de gemeente Velsen. Hij hield gedurende het hele traject toezicht op de aanleg van de CAI en bleef ook in de jaren erna intensief betrokken bij alles wat met kabeltelevisie te maken had. Hij vertelt: ,,Ik had acht jaar lang bij de afdeling verlichting gewerkt, dat was een onderdeel van de gemeentelijke afdeling gas en water. Toen heb ik voorgesteld om een cursus kabeltelevisie te gaan volgen en dat vonden ze een goed idee. Vanaf 1980 kreeg ik, samen met mijn collega de heer Groen, tot taak toezicht te houden op de aanleg van de CAI.’’ In de eerste jaren werd gewerkt vanuit het ontvangststation in Velsen-Noord, dus als er een storing was of iets gewijzigd moest worden, was Jan erbij. ,,Ik zal er wat keren geweest zijn. Die schoorsteen waarop de antennes stonden, was zo ontzettend groot. Op de eerste etage was alle technische apparatuur geplaatst. Maar soms gingen we ook het dak op, als er iets bij de antennes moest gebeuren.’’ Met de overname van het netwerk door het bedrijf Multikabel kon het ontvangststation in Velsen-Noord worden opgeheven. De schoorsteen staat er nu niet meer. ,,Multikabel had in Alkmaar een eigen ontvangststation. Ze hebben toen twee glasvezelverbindingen langs de A9 gelegd van Alkmaar naar Velsen. Via glasvezel kan een signaal met een snelheid van 300.000 kilometer per seconde worden verstuurd. Dat was een hele vooruitgang. De antennes op de schoorsteen waren niet meer nodig.’’
Wel kijken, niet betalen
Na de privatisering veranderde er van alles. Jan van Lente herinnert zich een bizarre situatie die zich afspeelde rond de huisvesting van de medewerkers: ,,Wij zaten destijds op de locatie waar nu PWN is gevestigd, aan de Rijksweg bij Velserbroek. In dat gebouw zaten toen meerdere afdelingen, zoals gas, water en dus ook kabeltelevisie. Maar toen we overgingen naar Telecom Noordwest, moest er voor ons een ander pand gevonden worden. Maar dat gebeurde niet. We zijn toen naar de directie gestapt en zij zeiden: ‘Oh ja, jullie zitten daar nog hè? Zoek zelf maar een geschikte locatie.’ We moesten dus zelf naar een makelaar toe om een nieuw pand te vinden. Uiteindelijk vonden we in Bloemendaal een pand, daar zijn we naartoe verhuisd.’’ Bloemendaal behoorde intussen ook tot het gebied dat op hetzelfde kabelnetwerk was aangesloten. Al vrij snel werd het Jan van Lente duidelijk dat lang niet alle abonnees in die gemeente zich aan hun betalingsverplichting hielden. ,,Er waren veel mensen die gratis keken. Ik heb toen de heer Telman, mijn leidinggevende, gezegd: ‘Geef me twee maanden de tijd, dan haal ik driehonderd abonnees terug.’ Ik heb al die mensen persoonlijk benaderd. Ik belde bij ze aan en legde uit dat uit de gegevens bleek dat ze wel abonnee waren, maar niet betaalden. Ik nam een collega mee die nogal fors gebouwd was. Hij bleef bij het tuinhek staan. Dat was alleen om een beetje indruk te maken.’’ Het abonnementsgeld bedroeg bij aanvang 13,62 gulden per maand. Het zijn bedragen waarbij we ons nu niet meer veel kunnen voorstellen. Maar daar staat tegenover dat de mogelijkheden van het huidige kabelnetwerk fors zijn uitgebreid. Zelfs met een basispakket heb je tegenwoordig tientallen zenders om uit te kiezen. Maar sinds ook het internet via de kabel wordt aangeboden, zijn de mogelijkheden vrijwel onbeperkt. Dezelfde kabel, waarbij het veertig jaar geleden allemaal is begonnen… (Tekst: Bos Media Services, foto’s: archieffoto’s beschikbaar gesteld door Jan van Lente)