Velsen – Elke maand hebben we het over een dier of plant die je op dat moment in de duinen kunt spotten. In de duinen kom je ze overal tegen: de gewone eikvaren. Je ziet ze in lichte naald- en loofbossen, op hellingen en aan bosranden. Op de kalkarme noordhellingen groeit ze vaak in gezelschap van de kraaiheide, wat deze hellingen de typische donkergroene kleur geeft. Onder kalkrijke omstandigheden is het vaak de kruipwilg die de eikvaren gezelschap houdt.
Ook in de valleien groeit de eikvaren graag samen met de kruipwilg. Hier kan men uitkijken naar soorten als maanvaren en de meer zeldzame klein- en rond wintergroen.
De eikvaren is een laagblijvende varen met veervormige ingesneden bladeren en een kruipende wortelstok. De plant blijft altijd groen, maar in strenge winters kunnen de bladeren ook wel bruin worden. In mei en juni verschijnen de nieuwe bladeren, waarna de oude afsterven. De plant wortelt oppervlakkig op plaatsen waar organisch materiaal langzaam vergaat.
In bossen heeft ze een voorkeur voor een plek bij de zomereik. Vandaag ook de naam eikvaren. Dichter bij de zeereep weet de plant zich goed te handhaven in het dichte helmgras. Buiten de duinen is de eikvaren de meest algemene varen op oude muren. De plant kan zich gedragen als een zogeheten epifyt: ze groeit op een gastheer zonder deze schade te berokkenen. Dan tref je deze varen bijvoorbeeld aan op oude knotwilgen en op bemoste boomstammen.
Duinbehoud is dé onafhankelijke stichting voor bescherming van de kust. In belang van de natuur en mensen. Want de kust, die koesteren we. Meer weten? Ga naar www.duinbehoud.nl. Foto: Theo Baas