Wekelijks staan we in deze rubriek aan de hand van een foto stil bij een IJmuidens onderwerp naar aanleiding van de actualiteit, een bijzondere gebeurtenis, een evenement of gewoon een van de mooie taferelen die IJmuiden biedt. In deze aflevering aandacht voor de munitie-explosies in 1945 en 1947 bij Slingerduin en de gevolgen.
Door Erik Baalbergen
Bommen en explosieven hebben tijdens de Tweede Wereldoorlog heel wat teweeggebracht in en rond IJmuiden. Maar ook na de oorlog is het gevaar niet geweken. Jarenlang komen er bommen uit onze grond tevoorschijn. Ik kan me bijvoorbeeld de evacuatie in juli 1969 nog herinneren. Bij graafwerkzaamheden tussen Duinwijk en Zeewijk was een Amerikaanse vliegtuigbom gevonden. Tijdens de demontage door de Mijnenopruimingsdienst van de Koninklijke Marine moesten de bewoners van tweeduizend woningen evacueren.
Het is niet voor niets dat men tegenwoordig explosievenonderzoek uitvoert voorafgaand aan graaf- en heiwerkzaamheden. Zo zijn er ook rond de aanleg van de nieuwe zeesluis explosieven gevonden en onschadelijk gemaakt. Maar ondanks dit voorzichtige opsporen en onschadelijk maken levert oorlogsmunitie nog steeds gevaar op…
Even terug naar het verleden. Op de zomerse donderdag 12 juli 1945 ontploffen twee munitiedepots in onze omgeving. Rond kwart over vier ’s middags vliegt bij Beverwijk een munitieopslagplaats in de lucht. De daar opgeslagen licht- en nevelbommen, benzine- en andere brandbommen, handgranaten en mijnen zorgen voor urenlange explosies, met enkele doden, tientallen gewonden en heel veel schade tot gevolg.
Rond acht uur ’s avonds ontploft het munitiedepot bij Slingerduin, tussen Westerveld en de Heerenduinweg. Hier ligt veel munitie van de na de oorlog ontwapende Duitsers in het bos verspreid in stapels en opgeslagen in enkele bunkers. Door de luchtdruk van de explosie sneuvelen tot tien kilometer afstand ramen. Een verslaggever ’s nachts op de fiets onderweg naar de rampplek meldt: ‘Enorme vuurballen stegen op, sterren van alle mogelijke kleuren gingen de lucht in en dat alles ging gepaard met een gedreun en gekraak, dat horen en zien verging. Het was fantastisch mooi maar meer nog beangstigend tegelijk.’ De vlammen zijn tot in Amsterdam en Alkmaar te zien. Bij de explosies zijn enkele doden en vele gewonden te betreuren. De luchtdruk en rondvliegende granaten richten in het zuidelijk deel van IJmuiden veel schade aan de huizen en andere gebouwen, zoals het Antoniusziekenhuis. De explosies houden enkele dagen aan.
De oorzaak is nooit vastgesteld. De Binnenlandse Strijdkrachten, die de opslagplaatsen bewaken, ontkennen dat ze onvoorzichtig zijn geweest. Gedacht wordt aan het roekeloos afsteken van lichtspoorkogels door jeugd in de omgeving. Ook gaat het gerucht dat het sabotageacties zijn van de vijftig Duitse krijgsgevangen die in de omgeving mijnen moeten ruimen en slechts worden ‘bewaakt door één zeer gemoedelijke Canadees’. Blijkbaar genieten deze mijnenruimers veel vrijheid en hebben zij gelegenheid gehad voor deze daden.
Maar IJmuiden is nog niet verlost van ontploffingen. Op zondagmiddag 17 maart 1947 vinden even na half zes nieuwe explosies plaats. Een bunker vol munitie ontploft in de duinen achter Westerveld. De bunker maakt plaats voor een krater van tien meter diep. Brokken beton worden tot honderden meters in de omtrek gevonden. Een zandregen overspoelt IJmuiden en er sneuvelen weer veel ruiten in het zuidelijke deel van IJmuiden. De Mijnenopruimingsdienst vermoedt dat deze explosie is veroorzaakt door ‘knoeierijen door het publiek’. Sommigen maken een sport van het zelf demonteren van projectielen ‘waar de mannen van de Mijnen-opruimingsdienst nauwelijks naar durven kijken’.
Door de explosies wordt veel munitie ongecontroleerd verspreid in de oostelijke Heerenduinen, rond het Slingerduin. Veel is al “gevonden” maar er ligt nog steeds een en ander. Het gebied trekt al jarenlang avontuurlijke munitiezoekers en -verzamelaars. Wie wil er nou niet een roestig projectiel op zijn of haar bagagedrager mee naar huis nemen, op de kachel te drogen leggen en op de schoorsteenmantel te pronk neerzetten? Het is levensgevaarlijke liefhebberij! Oude en opgegraven munitie is instabiel en kan onvoorspelbaar ontploffen. Sinds een kleine twintig jaar is het gebruik van metaaldetectoren en het zoeken naar metalen voorwerpen in de bodem van de Heerenduinen verboden.
Maar ondanks de gevaren en verboden wagen sommigen zich met ‘pieper’ en schep in de Heerenduinen. Ze brengen niet alleen zichzelf maar ook anderen in gevaar. Enkele jaren geleden zag ik bij de ingang van de Heerenduinen een paar jongetjes geïnteresseerd bij een roestig voorwerp staan en aanstalten maken om er mee te gaan slepen, zich van geen gevaar bewust. Het projectiel was gevonden door iemand anders, die het wellicht even achter een boom bij de ingang had neergelegd om later op te halen. Ik heb maar voorzichtig verteld over het ontploffingsgevaar en de politie gewaarschuwd, die het gebied daarop afzette en de EOD inschakelde. Weer een schoorsteenmantelsieraad minder…
Foto:
Bij de ingang van de Heerenduinen attendeert een bord bezoekers op het verbod op het gebruik van metaaldetectoren. Foto: Erik Baalbergen