Wekelijks legt Erik Baalbergen een typisch IJmuidens beeld vast, naar aanleiding van de actualiteit, een bijzondere gebeurtenis, een evenement of gewoon vanwege de mooie taferelen die IJmuiden biedt. Achter elke foto schuilen wetenswaardigheden over IJmuiden. Deze week aandacht voor de geknikte ‘No Limit’ in de Middensluis in juli 2004.
Dagelijks varen veel schepen langs IJmuiden, door de sluizen en door het Noordzeekanaal, van en naar Amsterdam. Afgezien van soms een storing bij een sluis, verloopt het langsvaren in het algemeen soepel. En als over een paar jaar de nieuwe zeesluis in gebruik is, zal het aantal storingen dat voor oponthoud voor de scheepvaart zorgt ongetwijfeld afnemen. Je kunt het de oude Noordersluis ook niet kwalijk nemen dat ‘ie op z’n negentigste af en toe even wat rust nodig heeft… Maar naast de techniek rond de sluizen kunnen ook de schepen zelf voor een stremming zorgen. Vijftien jaar geleden, in juli 2004, was de Middensluis enkele dagen buiten gebruik door het geknikte zandschip ‘No Limit’. Velen kwamen even een kijkje nemen; niet zo spectaculair als de stranding van Santa Kyriaki op ons strand in de zestiger jaren, maar wel een bezienswaardigheid.
De No Limit is een ‘beunschip’, speciaal gebouwd voor het vervoer van nat of droog zand en grind. Het is een opvallende verschijning onder de binnenvaartschepen. Met een lengte van 110 meter en een breedte van 11,4 meter is het veel groter dan gebruikelijk voor een beunschip. Daarnaast is het multifunctioneel; het kan zowel bulkmateriaal zoals zand, slib en erts als containers vervoeren. De No Limit wordt – in opdracht van en in overleg met de toekomstige eigenaar en schipper – onder leiding van een scheepsbouwer uit Werkendam ontworpen door een Nederlands bedrijf, casco-gebouwd op een scheepswerf in Kiev in Oekraïne en in Nederland afgebouwd. Het nieuwe schip wordt op 9 juni 2004 opgeleverd en vanaf eind juni in de vaart genomen. Het telt twee woningen. In de woning achterop woont de schipper met zijn gezin. De woning aan de voorzijde wordt bewoond door een matroos en zijn vriendin.
De No Limit is maandag 5 juli 2004 bezig met zijn derde reis met lading. Die ochtend vaart het schip rond 07:30 uur vanuit de Middensluis zeewaarts voor het laden van zand bij de zandzuiger Weesperkaspel bij het Forteiland. Nadat het schip is geladen, meldt de schipper zich bij de sluisdienst voor een doorvaart richting Amsterdam. De No Limit meert als enig schip rond 10.30 uur af in de Middensluis. Terwijl het schip in de sluis ligt, ziet de stuurman rond 10.45 uur dat de scheepswand halverwege aan de bakboordzijde begint te vervormen en hoort hij doffe knallen. Hij stuurt de stuurman naar de woning het voorschip om de matroos en zijn vriendin te waarschuwen. Zelf waarschuwt hij zijn vrouw in de woning op het achterschip. Al snel staat het middenschip onder water. Het stel gaat aan wal en helpt direct de drie anderen op het voorschip van boord te gaan. Alle vijf opvarenden komen zonder letsel van boord. Later gaat de schipper nog even aan boord van het achterschip om de motoren stil te zetten.
Maandagmiddag kunnen bergers van Svitzer Wijsmuller, sleepbedrijf Iskes en de Velsense brandweer voorkomen dat het schip zinkt. Het wordt met pompen drijvend gehouden. Terwijl de met water ondergelopen compartimenten worden leeggepompt, zijn twee kraanschepen een etmaal lang bezig om de lading zand te lossen. Het schip krijgt daarbij weer meer drijfvermogen en het voor- en achterschip vouwen iets terug onder hun gewicht waardoor de knik minder wordt. Dinsdag tegen het einde van de ochtend controleren duikers de schade onder de waterlijn en de hoeveelheid zand dat de No Limit in de sluis heeft verloren. Die hoeveelheid valt mee. Woensdagochtend – twee dagen na het knikken – vertrekken twee slepers en een drijvend dok vanuit de Middensluis om de No Limit naar een werf in Amsterdam te slepen.
Diverse instanties doen onderzoek naar het ongeluk. De Onderzoeksraad voor Veiligheid, Commissie Scheepvaart komt in juli 2006 met het rapport ‘Plooien en gedeeltelijk zinken van een beunschip op 5 juli 2004 in de Middensluis van IJmuiden’. Het rapport vermeldt dat het ‘plooien niet te wijten was aan omstandigheden in de sluis of een teveel aan lading, maar aan een constructiefout als gevolg van een onjuist ontwerp, dat onvoldoende rekening hield met de belastingen die het schip zou kunnen ondervinden’. De toenmalige Inspectie van Verkeer en Waterstaat Divisie Scheepvaart (IVW/DS) had controleberekeningen uitgevoerd en de constructietekeningen en berekeningen wel goedgekeurd. In 2007 wordt uiteindelijk de scheepsbouwer aansprakelijk gesteld.
De No Limit wordt gerepareerd en komt vier maanden na de knik versterkt weer in de vaart. Op 9 november 2004 vaart hij weer met z’n eerste lading door de Noordersluis. Vijftien jaar later is de No Limit nog steeds in de vaart.