Wekelijks staat Erik Baalbergen aan de hand van een foto stil bij een IJmuidens onderwerp naar aanleiding van de actualiteit, een bijzondere gebeurtenis, een evenement of gewoon de mooie taferelen die IJmuiden biedt. In deze aflevering aandacht voor de “zegenende” aalscholver, een alledaagse verschijning op de grens van IJmuiden en het water.
Rond het strand, de duinen, de pieren, het kanaal en de havens zijn we wel gewend aan ontmoetingen met vis- en waterminnende vogels. Natuurlijk genieten we allemaal van de zang, de zichtbare sporen en de “hartelijke begroetingen” van onze meeuwen; dat hoort nu eenmaal bij een havenplaats. Maar het IJmuider arsenaal aan watervogels omvat veel meer dan de diverse soorten meeuwen die we hier zien en horen.
Zo komen we op het strand vaak drieteenstrandlopertjes tegen. Dat zijn die “mini-meeuwtjes” die altijd gehaast langs de vloedlijn dribbelen. Ook vinden we daar, waar IJmuiden en het water elkaar ontmoeten, onder meer ganzen, zwanen, eenden, scholeksters, reigers en aalscholvers. En als er dan weer ‘ns een bijzonder vogeltje is gespot, kunnen we hele zwermen vogelspotters begroeten.
Van al deze watervogels is de aalscholver een opvallende verschijning op vooral rustige plekjes bij strekdammetjes en steigers. Leuk om te zien, voor niet-vissers dan. Voor de vissers ligt dit anders, want de aalscholver is met z’n lekkere trek in spartelverse vis een geduchte concurrent voor zowel de beroeps- als hobbyvisser. Met gespreide vleugels lijkt het of de aalscholver de zegen uitspreekt over het water en al wat zich in en op het water bevindt. Vooral ‘in’, want de aalscholver is een kei in het maken van duikvluchten tot diep in het water.
In tegenstelling tot veel andere watervogels is de aalscholver in staat om lange tijd diep onder water achter vis aan te jagen. Dat komt omdat het verenkleed van de aalscholver veel water opneemt en daardoor weinig lucht bevat zodat de vogel onder water minder opwaartse druk ondervindt. Maar ook dit voordeel heb se nadeel: de aalscholver moet z’n verenkleed na gebruik “te drogen” hangen. Dat doet hij door lange tijd met gespreide vleugels op een paaltje of steen te staan. Andere watervogels hebben hier geen last van, omdat hun verenkleed vettig en daardoor waterafstotend is.
Tijdens een wandelingetje, een klein maandje geleden langs de werkzaamheden rond de Halkade kwam ik deze aalscholver tegen. Hij of zij – wie het weet mag het zeggen – staat regelmatig met collega’s aan het einde van een steiger de was te drogen. Vanuit mijn positie leek het net of deze vogel onze hoge vuurtoren wilde omarmen en kussen. Op eerbiedige afstand heb ik dit intieme moment kunnen vastleggen…