In deze rubriek staan we stil bij een typisch IJmuidens onderwerp aan de hand van een foto en naar aanleiding van de actualiteit, een stukje geschiedenis, een bijzondere gebeurtenis, een evenement of gewoon een van de mooie taferelen die IJmuiden biedt. In deze aflevering deel twee over de ontwikkeling van Duinwijk: grondaankoop en voorbereidingen.
Door Erik Baalbergen
Het eerste deel ging over de plannen voor de aanleg van het Vissersdorp in het duingebied ten zuiden van ‘IJmuiden over de brug’ als onderdeel van het wederopbouw- en uitbreidingsplan van Velsen. In deel twee kijken we naar de aankoop van de benodigde gronden, de verdere plannenmakerij en de voorbereidingen voor de bouw van Duinwijk.
Benodigde gronden
Begin 1949 heeft Velsen een zuidelijke randweg vanaf de Zeeweg tot aan het strand gepland. Deze weg wordt later in delen aangelegd als de Heerenduinweg. Ook verstrekt Velsen de opdracht tot het ontwerpen van bouwplannen voor de uitbreidingen tussen de Rambonnetlaan en de zuidelijke randweg. De gronden benodigd voor de aanleg van de Rivierenbuurt en het Vissersdorp als onderdeel van de uitbreidingsplannen zijn dan nog niet in bezit van de gemeente. De terreinen zijn eigendom van de erven jhr.mr. J.W.G. Boreel van Hogelanden. In april 1949 besluit de gemeenteraad tot aankoop van stukken duinterrein ter grootte van ruim 104 hectare, gelegen tussen de Paulus Potterstraat in de Schildersbuurt in IJmuiden-oost tot aan het strand.
De erven Boreel zijn bereid tot de verkoop, voor de getaxeerde waarde van ruim acht ton en onder bepaalde voorwaarden. Zo moet de gemeente de verliesgevende boerderij Slingermuur met de daarbij behorende gronden, met onder andere het ‘weitje van Grapendaal’, overnemen voor een kleine 46 duizend gulden. Een andere voorwaarde is dat jachtopziener Gijs Jansen tot 1 januari 1955 gratis kan blijven wonen en dat, zodra diens woning moet worden afgebroken, een nieuwe, gelijkwaardige woning met schuur op een door de erven Boreel aan te wijzen eigen stuk grond gebouwd wordt, op kosten van Velsen.
De koop wordt gesloten en de gemeente Velsen begint al in 1949 met het egaliseren en bouwrijp maken van het duinterrein en een jaar later met de bouw van 400 montagewoningen in de Rivierenbuurt. Daarna volgen onder meer de portiekflats aan de Lange Nieuwstraat.
Vissersdorp, Duindorp, Duinwijk
En dan het Vissersdorp. In de gemeenteraad komt begin 1949 kritiek op de naam Vissersdorp. Deze wijzigt later in ‘Duindorp’. Rond 1950 worden in krantenartikelen dikwijls de namen Vissersdorp en Duindorp per abuis gebruikt voor de in aanbouw zijnde Rivierenbuurt. Eind 1951 meldt wethouder W.F. Visser van Openbare Werken, de drijvende kracht achter de huizenbouw in Velsen, dat met ingang van 1953 ‘het Duindorp ten westen van de Groenstrook (vroeger noemde de gemeente dit wooncentrum het Vissersdorp) gerealiseerd wordt’. Begin 1952 wordt naast Duindorp voor het eerst de naam ‘(de) Duinwijk’ gebruikt in berichtgeving over de nieuwbouwwijk: ‘het stuk stad, dat in de Heerenduinen het woongebied Oud-IJmuiden volgens de gemeentelijke plannen moet vervangen’.
Weerstand
Inwoners van Oud-IJmuiden zijn uiteraard faliekant tegen de “sanering” van Oud-IJmuiden en de ontwikkeling tot industriegebied, waarbij veel woningen afgebroken moeten worden. Gedurende 1952 lopen de emoties in de gemeenteraad van Velsen dikwijls hoog op als de ‘Kwestie Oud-IJmuiden’ aan bod komt. De vereniging IJmuidens Bloei, dat economische en culturele ontwikkeling nastreeft, de vereniging IJmuiden-Centrum, dat ‘Oud-IJmuiden wil redden van de ondergang’ en het actiecomité ‘Herbouw Oud-IJmuiden’ dienen verzoekschriften in tot wijziging van het herbouwplan.
Nadat wethouder Visser een dreigbrief aan de coöperatieve inkoopvereniging Kennemerland als aspirant huurder van een nieuwe bedrijfshal in Oud-IJmuiden wereldkundig maakt, laat de gemeente zich niet meer tot andere gedachten brengen en wijst verzoekschriften af. De weerstand vanuit Oud-IJmuiden blijft. De gemeente krijgt het verwijt dat ontwikkeling van Nieuw-IJmuiden teveel aandacht krijgt ten koste van de herbouw van Oud-IJmuiden. Over deze ‘strijd’ rond Oud-IJmuiden zal ik in een andere Typisch IJmuiden aandacht schenken.
Zand en huisvuil
Terug naar Duinwijk. In april 1953 meldt de gemeente dat binnenkort met de bouw van Duindorp wordt begonnen en dat zowel Oud-IJmuidenaren als bewoners van naoorlogse duplexwoningen naar de nieuwbouwwijk ‘moeten worden overgeplant’. De woordkeus zegt al genoeg over hoe over de inwoners van IJmuiden wordt gedacht…
Al vanaf eind jaren veertig zijn bulldozers en draglines van de firma Thijssen in de Heerenduinen ‘achter het Gijzenveltplantsoen, in de buurt van waar eens het bunkerdorp stond’ druk in de weer met het weggraven van duinzand om het duingebied geschikt te maken voor de bouw van de nieuwe woonwijk met ruim tweeduizend woningen. Een deel van het zand wordt met vrachtauto’s en schepen naar bouwprojecten in Amsterdam en Zaandam vervoerd. Een ander deel gaat naar de kalkzandsteenfabriek in de Schnellbootbunker. Tijdens het weggraven moeten tientallen bunkers door de genie worden opgeblazen.
Op het terrein waar sportvelden langs de zuidelijke randweg zijn gepland, wordt de grond metersdiep extra uitgegraven. Deze put wordt vanaf begin jaren vijftig gebruikt voor het storten van huisvuil uit Velsen. De bedoeling is dat de put medio jaren vijftig volgestort is. Het huisvuil zal dan met een dikke laag aarde worden toegedekt. Hierop zal gras worden ingezaaid voor de sportvelden. Het duurt echter nog tot 1968 voordat hier Sportpark Zeewijk kan worden geopend.
Fotobijschrift: Gezicht vanaf een duintop op het afgegraven gebied waar Duinwijk zal verrijzen. Op de achtergrond uiterst links de Visserijschool, daarnaast de Oud-Katholieke Engelmunduskerk, centraal de toren van de R.K. Gregoriuskerk en rechts de Hoogovens. Gezien de Visserijschool en de kerken, vermoed ik dat de fotograaf op de duintop achter het huidige woonzorgcentrum De Moerberg staat. Een onderschrift bij de foto meldt: ‘Nieuwe Vissersdorp’. Foto: J. Bakker, juli 1953, Noord-Hollands Archief / Beeldcollectie van de gemeente Velsen, inv.no. 9665