In deze rubriek staan we stil bij een typisch IJmuidens onderwerp aan de hand van een foto en naar aanleiding van de actualiteit, een stukje geschiedenis, een bijzondere gebeurtenis, een evenement of gewoon een van de mooie taferelen die IJmuiden biedt. In deze aflevering aandacht voor een spontane ontmoeting op de kop van de haven en een gedicht.
Door Erik Baalbergen
Vorige week donderdagmiddag. Na een ochtendje regen en werk zit ik op een bankje op de kop van de haven om m’n koppie te legen. Ik geniet van de frisse wind langs de oren en eigenlijk van alles wat langsvaart, -vliegt en -zwemt. Vooral dat laatste. Ik probeer een zeehondje, dat voor de kop heen en weer dartelt, op de korrel te nemen. Helaas blijft hij of zij net iets te ver weg om een close-up te kunnen maken. Ik mijmer verder en volg met de telelens een klein IJmuidens vissersbootje dat zeewaarts vaart. Hopelijk op weg naar een mooie vangst.
Intussen zijn twee dames naast mij komen staan. Een van hen ziet mij met de camera, lijkt mij te herkennen en vraagt: ,,U bent toch…?”. Ja, dat ben ik. We raken verder aan de praat over van alles en nog wat. Beiden komen oorspronkelijk uit Oud-IJmuiden, en een van hen heeft als dochter van een halpolitiebeambte zelfs heel dicht bij de kop van de haven gewoond, dus gespreksonderwerpen genoeg. Onder meer de oude en nieuwe foto’s op de IJmuiden-facebookpagina’s, het verdwenen en inmiddels weer verrezen Oud-IJmuiden, het oude en nieuwe Willemsplein en de Fortwachter-kinderen, die op Forteiland woonden en met een roeibootje over moesten varen, passeren de revue.
Ans en Dieuwertje zijn al lange tijd vriendinnen. Ans woont nog in IJmuiden en Dieuwertje tegenwoordig in Haarlem. Vandaag hebben ze elkaar opgezocht en hebben door onder meer Oud-IJmuiden naar de kop gewandeld met een speciale missie. Dieuwertje schrijft gedichten en heeft enkele dagen geleden een gedicht over IJmuiden afgerond. Ze wil een foto maken bij het gedicht, bij voorkeur vanaf de kop van de haven met zicht tussen de pieren door.
Na het lezen van het gedicht, bied ik aan om ook een foto te maken. Ze nemen het aanbod graag aan. Omdat de kop vol met auto’s staat is het even puzzelen om een goede positie te vinden. Uiteindelijk lukt het me om een aantal foto’s te maken. We bekijken samen de foto’s op m’n cameraschermpje en komen tot een keuze.
Het voorstel om in deze rubriek aandacht te besteden aan deze spontane ontmoeting en het typisch IJmuidense gedicht met gekozen plaatje, ontvangen Dieuwertje en Ans met enthousiasme. Daarom overhandig ik hierbij de ‘pen’ aan Dieuwertje van de Woestijne met het gedicht ‘IJmuiden Ooit’. Als lezer zie je, en wandel je met de dichteres mee, door het IJmuiden van weleer, en kun je wegdromen op de kop van de haven!
IJmuiden Ooit
Een straat met zon, bomen,
in de diepte, de rails van het spoor,
tot het station,
verder kon de trein niet komen
’s moorde in ’t zand, van het duin daarvoor.
Aan de andere kant van het station,
gaat de weg omhoog
loopt door tot het kanaal,
dat spreekt zeemanstaal,
van IJmuiden tot Amsterdam en terug
dan kies je de ruime zee
en laat Amsterdam achter je rug.
Als je dan naar ’t westen kijkt
tussen de pieren door naar zee
en zie je een schip,
dan vaar je in gedachten,
naar verre landen mee.
Dan zie ik verre vreemde landen
rotsen en gouden stranden
eilanden of de vaste wal
maar nergens is gebleken,
daar is het paradijs
waar Adam en Eva spreken.
Daarheen is maar een keer een reis.
15 oktober 2024
Dieuwertje van de Woestijne
Fotobijschrift: Dieuwertje (links) en Ans (rechts) staren naar een schip dat tussen de pieren door naar zee vaart. Foto: Erik Baalbergen