De paters kapucijnen
In deze rubriek staan we even stil bij een typisch IJmuidens onderwerp aan de hand van een foto en naar aanleiding van de actualiteit, een bijzondere gebeurtenis, een evenement of gewoon een van de mooie taferelen die IJmuiden biedt. In deze aflevering aandacht voor de paters kapucijnen in IJmuiden, die veel betekend hebben voor de ontwikkeling van Velseroord, het latere IJmuiden-Oost.
Door Erik Baalbergen
Rond het begin van de vorige eeuw valt De Heide, vanaf 1903 Velseroord geheten, onder het werkgebied van de rooms-katholieke parochie van Driehuis. Tijdens het graven van het Noordzeekanaal hebben kanaalgravers zich er met hun gezinnen gevestigd, vaak in primitieve hutjes. Na de opening van het kanaal in 1876 blijven velen er wonen in permanentere woningen. Het gemeentedeel ontwikkelt zich tot een volwaardig dorp. De bevolking, en dus ook het aantal rooms-katholieken, groeit gestaag.
Kapucijnen
De pastoor van Driehuis, Van Ginkel, vindt dat de rooms-katholieken van De Heide extra hulp op pastoraal gebied nodig hebben. Hij vraagt de bisschop van Haarlem diverse keren om hulpkrachten, omdat er anders veel zielen verloren zullen gaan. In 1907 wordt zijn verzoek verhoord. De bisschop heeft een aanbod van de Nederlandse kapucijnen gekregen om in het Bisdom van Haarlem een ‘inlandschen missiepost’ te openen. De kapucijnen beschouwen ons gebied blijkbaar als een missiegebied, waarin zieltjes moeten worden gewonnen en mensen tot het geloof moeten worden bekeerd…
De ‘Orde van Minderbroeders kapucijnen’ is een kloosterorde van religieuze mannen in de katholieke kerk. De orde ontstaat in 1525 in Italië als een groep franciscanen (of minderbroeders) terugkeren naar een leven van gebed en armoede, in de geest van Franciscus van Assisi. In 1612 komen de kapucijnen ook in Nederland, in Den Bosch.
Klooster en hulpkerk
De bisschop van Haarlem gaat in op het aanbod en biedt ze Velseroord aan. De kapucijnen ondernemen onmiddellijk actie en kopen een stuk grond aan de Willemsbeekweg in Velseroord voor de bouw van een klooster, een kerk en een pastorie. Op 15 april 1908 gaat de eerste spade de grond in. In januari 1909 betrekken de paters Natalis en Chrysostomus en de broeders Chrispinianus en Simon als eerste kapucijnen het klooster als kwartiermakers.
Op 21 januari 1909 worden de kerk en het klooster ingezegend. De kerk is een hulpkerk van de parochie in Driehuis. In de openingsspeech worden de ‘eerbiedwaardige, dappere kloosterlingen, die hun terrein van werkzaamheid tot in het Noordwesten van Holland hebben willen en durven uitbreiden’ welkom geheten. Op 20 september in hetzelfde jaar wordt de kerk gewijd door de bisschop van Haarlem. De kerk is gewijd aan de Heilige Laurentius van Brindisië en staat in de loop der jaren bekend onder de namen St. Laurentiuskerk en Paterskerk.
De paters lijden een armoedig en gelovig leven. Vrouwen mogen het klooster niet betreden. De paters mogen geen geld en aardse goederen bezitten en moeten op vaste tijden bidden. Ze gaan gekleed in een bruine pij met wit koord en lopen op blote voeten. Om te voorkomen dat ze buiten het klooster vanwege hun vreemde kleding worden uitgelachen, dragen ze lange jassen tot op de grond en gleufhoeden…
Meer dan zielenzorg
De paters hebben aanvankelijk de zielenzorg over zo’n vijfhonderd katholieken. Maar de paters merken dat de armoedige katholieken van Velseroord niet kunnen leven van kerkelijke zorg alleen. Ze beginnen met een naaischooltje en een bewaarschool binnen het complex. Ze bouwen later scholen op aangrenzende percelen aan de Zeeweg. De St. Antoniusschool wordt geopend in 1915 en is aanvankelijk een gemengde school maar wordt later meisjesschool. De St. Franciscusschool wordt in 1925 geopend als jongensschool. Twee aangekochte woningen worden omgebouwd tot patronaatsgebouw St. Fidelis, een verenigingsgebouw voor allerlei activiteiten en uitvoeringen.
Ziekenhuis en voetbal
Daarnaast pleiten de paters voor een onderkomen voor de zieken uit Velseroord en IJmuiden. Zij kopen hiertoe een stuk grond aan de Zeeweg. Maar een ziekenhuis komt maar niet van de grond. In 1917 maken de paters samen met de zusters Franciscanessen uit Aerdenhout plannen voor de bouw van een ziekenhuis. Hierop vooruitlopend beginnen de zusters een ziekenboeg aan de Zeeweg. Ze vragen de gemeente Velsen toestemming en een geldlening.
De plannen roepen echter weerstand op onder de Velsenaren; gevreesd wordt dat de ziekenzorg een puur roomse aangelegenheid zal zijn. Nadat tegenstanders handtekeningen hebben opgehaald tegen de vestigingsplannen, wordt voorlopig afgezien van een ziekenhuis. Pas in 1927 opent het Antoniusziekenhuis aan de Zeeweg haar deuren in de voormalige tuchtschool aan de Zeeweg.
Enkele paters zijn niet vies van voetbal. Zij bezoeken regelmatig wedstrijden van de plaatselijk r.k. voetbalvereniging, zelfs als deze op zondag spelen. Ook organiseren zij op het Patersland, het braakliggende land tussen het klooster en de tuchtschool, regelmatig voetbalwedstrijden tussen de hoogste klassen van de St. Franciscusschool en de laagste klassen van de Rijks HBS.
In 1933 wordt de hulpkerk verheven tot zelfstandige parochiekerk.
Tweede wereldoorlog
Tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben de paters het niet gemakkelijk met hun werk in bezet IJmuiden. De kerk, het klooster, de schoolgebouwen en het patronaatsgebouw vallen net buiten het schootsveld en blijven gespaard voor de sloopwoede van de Duitsers. Onder het motto van ‘even bidden in de kerk’ komen ondergrondse strijders regelmatig bijeen in het klooster. Tijdens de oorlogsjaren vinden ook onderduikers een schuilplaats in het complex. Na de oorlog bouwen parochianen, als dank voor het behouden blijven van het complex, de Fatima-kapel aan de kerk.
Nieuwbouw
Na jaren raakt het kloostergebouw in verval. In 1971 vertrekken de laatste vijf paters uit het gebouw. Daarna wordt het nog als noodopvang gebruikt. Intussen maakt de Fidelisstichting, die namens de Orde der Kapucijnen het complex beheert, plannen voor nieuwbouw: de Fidelishof. Deze bestaat uit een appartementencomplex rond een nieuwe kerk.
Ter realisatie wordt eerst het inmiddels onbewoonbaar verklaarde klooster begin augustus 1978 in enkele uren met de grond gelijk gemaakt. Na de laatste dienst op 14 november 1982 worden de oude Laurentiuskerk en het patronaatsgebouw gesloopt. In januari 1983 wordt de eerste paal geslagen voor het appartementencomplex, dat in 1984 gereed komt. De nieuwe Laurentiuskerk is opgenomen in het complex en is vanaf de straat niet herkenbaar als zodanig. De kerk wordt op 13 mei 1984 ingewijd.
De laatste kapucijnen
De laatste IJmuider kapucijnen betrekken eind 1996 de bovenste verdieping van het vroegere zusterklooster bij het Zeewegziekenhuis, waar zij tot eind 2003 mogen blijven wonen. Daarna verlaten de laatste kapucijnen de kloosterflat en IJmuiden.
Vanwege de verdergaande ontkerkelijking wordt ook de nieuwe Laurentiuskerk, na de slotviering op 23 oktober 2016, gesloten en in oktober 2021 gesloopt om plaats te maken voor het kleinschalige nieuwbouwproject ‘Hof van Laurentius’.
Foto: Op deze foto uit 1973 zien we de Willemsbeekweg in westelijke richting, met op de voorgrond de Zeeweg en aan de overkant links het patronaatsgebouw en daarachter de Laurentiuskerk, ook wel Paterskerk genoemd. Foto: P. Korpershoek, Noord-Hollands Archief / Beeldcollectie van de gemeente Velsen, inv.nr. 7448