De Tweede Wereldoorlog heeft, naast herinneringen, verhalen en foto’s, ook tastbare sporen nagelaten in en rond IJmuiden, in de vorm van verdedigingswerken in de duinen en bossen, de grote bunkers in het havengebied, straatnamen, en graven van en monumenten ter herinnering aan verzetsmensen en oorlogsslachtoffers. In aanloop naar de viering van tachtig jaar bevrijding besteed ik in deze rubriek aandacht aan een aantal van deze sporen. In deze aflevering het Monument voor de Gevallenen op Plein 1945.
Door Erik Baalbergen
Op Plein 1945 staat het Monument voor de Gevallenen. Het stenen kunstwerk toont drie mannenfiguren – een zeeman, een visser en een soldaat – die met de rug naar elkaar toe staan op een zeskantige voet.
Eén koers, één strijd, de vrijheid
Op de zes kanten van de voet staan teksten. Aan de voorzijde staat in drie regels: ‘Eén koers. Eén strijd. De vrijheid’. De tekst op de kant rechts hiervan verwoordt de gedachte achter het monument: ‘1940 – 1945 In dankbare herinnering aan hen die vielen in dienst van het vaderland te land ter zee en in de lucht’. Het tweeëneenhalve meter hoge beeld staat op een met steenfragmenten ingelegd voetstuk.
Initiatief
Direct na de bevrijding nemen enkele oud-illegale werkers het initiatief tot de oprichting van een monument voor de gevallen ondergrondse strijders uit Velsen. Zij verenigen zich in het plaatselijk Comité Monument Velsen. Later acht het comité het juister om een monument op te richten ter ere van allen die vielen voor het herwinnen van onze vrijheid. Hieronder vallen bijvoorbeeld ook de zware offers die zeevarenden uit Velsen hebben gebracht.
De Bussumse beeldhouwer en monumentaal kunstenaar Nicolaas Adrianus van der Kreek (1896-1967), maker van meerdere oorlogs-, verzets- en bevrijdingsmonumenten in Nederland, krijgt de opdracht tot het ontwerpen en vervaardigen van het monument. De kunstenaar ontwerpt een monument met drie bronzen figuren als symbolen van de slachtoffers uit Velsen: een zeeman met zuidwester, een soldaat en een verzetsman.
Plannen
Het comité wil het monument bekostigen via vrijwillige giften vanuit de Velsense burgerij. Het plan is om het monument te plaatsen op het Tiberiusplein, eerst op het grasveld bij de westelijke ingang van het station Velsen IJmuiden-Oost, later meer zuidelijker, richting het Velserbad. Deze locatie is tijdelijk, want uiteindelijk zal het monument een plek moeten krijgen nabij het nieuwe raadhuis op de hoek van de Stationsweg en de Kalverstraat.
Het is de bedoeling het monument in juli 1947 te onthullen en aan de gemeente aan te bieden. Helaas keurt De Provinciale Keuringscommissie voor Oorlogs- en Vredesgedenktekens de uitvoering van het kunstwerk in brons af. De kunstenaar krijgt opdracht om het monument in natuursteen uit te voeren. En dan wel een natuursteensoort die net als brons bestand is tegen het IJmuidense klimaat. De onthulling wordt uitgesteld tot 5 mei een jaar later.
Onthulling
De kunstenaar gaat aan de slag in zijn achtertuin in Bussum. Op 21 april 1948 komt het monument naar Velsen. Het krijgt voor de onthulling toch direct een plek nabij het nog te bouwen raadhuis. Het komt te staan op een grasheuvel aan de Zeeweg, in het verlengde van het tracé van de De Noostraat, zo’n beetje waar zich nu het bordes voor het raadhuis bevindt. In een wijde boog om het monument wordt een plantsoen aangelegd. Een soort voorloper van Plein 1945.
Op woensdagavond 5 mei 1945 wordt het monument onthuld door Pamela Homburg-Boreham, weduwe van de omgekomen verzetsstrijder Ab Homburg. De onthulling vindt plaats op het toekomstige raadhuisplein in aanwezigheid van een grote menigte Velsenaren, familieleden van slachtoffers en andere genodigden. Tijdens de onthulling biedt het Comité de Velsense burgemeester Kwint een oorkonde aan ‘ter gelegenheid van de aanbieding en onthulling van het Monument voor de gevallenen uit de Gemeente Velsen, in de tweede Wereldoorlog 1940-1945.’
Opdracht
Via de oorkonde krijgt de burgemeester een opdracht mee: ‘In diepe dank en eerbied voor de offers, die voor ons aller vrijheid werden gebracht, moge het Comité U, geachte Burgemeester, verzoeken ten telken jare op de 5e Mei de gedachten, die ten grondslag liggen aan het onthullen van dit Monument, te helpen uitdragen en deze bij het beëindigen van Uw taak alhier, te willen overdragen aan Uw opvolger en zo vervolgens. Dat mede hierdoor het nageslacht moge blijven beseffen, ten koste van welke ontzaglijke offers onze geëerbiedigde vrijheden aan de tyrannie werden ontworsteld.’
De oorkonde is ondertekend door de voorzitter van het Comité C. Spoor, secretaris P.J.E. v.d. Berg, penningsmeesteres mevr. R. Kamminga-Bos (tevens lid van de gemeenteraad) en de commissarissen C. Beentjes en G. v.d. Brink. In de fraaie versiering staat de tekst ‘Zij stierven, opdat het Vaderland zou leven’.
Koker
De burgemeester wordt ook een loden koker overhandigd met daarin een door Jan Verhoog gekalligrafeerd perkament met de namen van 244 omgekomen inwoners van Velsen. Na de overhandiging wordt de koker geplaatst in een nis in het voetstuk, zodat de namen onafscheidelijk aan het monument worden verbonden. Naderhand gevonden namen zullen later op een aparte rol bijgeplaatst kunnen worden. De nis is vervolgens dichtgemaakt.
Verhuizing en schade
In november 1962 wordt het monument in verband met de start van de bouw van het raadhuis aan Plein 1945 zo’n vijftig meter in zuidelijke richting verplaatst, naar de huidige plek, op de hoek met de Lange Nieuwstraat en de Zeeweg. Tijdens de zomerstorm van 25 juli 2015 raakt het hoofd van een der mannenfiguren beschadigd door een vallende boom. Nog geen maand later herstelt beeldhouwer Paul van Laere uit Den Haag het beeld.
Tachtig jaar na de bevrijding vormt het monument nog steeds het decor voor de kranslegging tijdens de Dodenherdenking in de gemeente Velsen. Op Bevrijdingsdag neemt het monument, belegd met kransen, een centrale plek in tijdens de feestelijkheden op Plein 1945. Opdat wij niet vergeten!
Fotobijschrift: Het Monument voor de Gevallenen op Plein 1945, vorig jaar op bevrijdingsdag, in afwachting van de aankomst van het Bevrijdingsvuur uit Wageningen. Foto: Erik Baalbergen, 2024