Erik Baalbergen legt wekelijks een typisch IJmuidens beeld vast, naar aanleiding van de actualiteit, een bijzondere gebeurtenis, een evenement of gewoon vanwege de mooie taferelen die IJmuiden biedt. Achter elke foto schuilen wetenswaardigheden over IJmuiden. Deze week aandacht voor de voormalige bakkerij op de zuidwesthoek van de Kanaalstraat en de Visseringstraat.
Als Koning Willem III en de andere feestgangers na de feestelijke opening van het Noordzeekanaal en de doop van IJmuiden op 1 november 1876 zijn vertrokken, blijft IJmuiden als een afgelegen gehuchtje achter. Dat is precies zoals Amsterdam dat wil: geen concurrentie van een havenplaats aan de monding van hun eigen kanaal. Het jonge IJmuiden heeft niet eens een eigen toegangsweg. Naast de sluizen, het kanaal en de duinen staat er slechts de hoognodige bebouwing. De enige woningen nabij de sluizen zijn voor het sluispersoneel en de commiezen van de ‘klaringsdienst’. De Amsterdamse Kanaalmaatschappij laat in 1875 bij de sluizen een rijtje woningen voor de sluismeesters en sluiswachters en hun gezinnen bouwen. Ten westen daarvan laat het Departement van Financiën zeven ‘commiezenwoningen’ bouwen voor de ambtenaren voor het innen van accijnzen en invoerrechten. IJmuiden biedt dan nog geen woonruimte voor de bemanningen van de sleepboten en de vletterlieden. Zij betrekken in de beginjaren noodgedwongen armzalige woningen en keten in de buurt, zoals op de Heide, de voormalige kanaalgraverskolonie tussen IJmuiden en het dorp Velsen.
Maar spoedig na de doop wordt er druk gebouwd in IJmuiden en groeit de bevolking. Mensen voor onder meer het loodswezen en de posterijen komen in IJmuiden wonen. In september 1877 telt IJmuiden 267 inwoners, en drie maanden later, eind 1877, zijn er al ruim honderdtwintig meer. IJmuiden wordt beter ontsloten als een jaar later de IJmuiderstraatweg wordt geopend. In deze jaren wordt aan het latere Sluisplein een Post- en Telegraafkantoor geopend. Ook worden aan het latere Willemsplein een Politiebureau met brandweerpost en de eerste herenhuizen, met ijskelders voor bewaren van slootijs, gebouwd. Scholen en kerken volgen pas later.
Waar mensen komen wonen laten ook ondernemers zich zien. Naast IJmuidens eerste hotel ‘Nommer Een’ en het pompeuze ‘Hotel Willem Barendz’ met vier verdiepingen en een imposante koepel aan de latere Kanaalstraat komen er steeds meer kroegen; IJmuiden loopt tenslotte “op jenever”, zo beweert men. Ook vestigen ambachtslieden en winkeliers zich in het sterk ontwikkelende IJmuiden. In 1877 laat de 23-jarige bakker Albertus Pott uit Maassluis nabij de sluizen, op de zuidwesthoek van de Kanaalstraat en de Visseringstraat een bakkerij met winkel en bovenwoning bouwen, naar ontwerp van de Maassluise architect F.J. Henderson. Het wordt de eerste bakkerij in IJmuiden. Vóór de opening van deze bakkerij wordt het brood door de duinen of langs het kanaal vanuit Velsen aangevoerd.
Albertus is in 1875 in Maassluis getrouwd en verhuist met zijn vrouw Maartje en eerste kind naar IJmuiden. In april 1878 wordt hier zijn tweede kind geboren. In de geboorteakte van de gemeente Velsen lezen we dat het kind geboren is ‘in het huis staande nabij de Noordzeesluizen’; IJmuiden wordt niet vermeld. In 1879 en 1881 worden nog twee kinderen geboren, nu wel met vermelding van IJmuiden. Bij alle geboortes is de vader ‘broodbakker’ van beroep. Na enkele jaren verhuist het gezin naar Wormerveer en wordt Albertus hotelhouder en later winkelier.
Het pand op adres Kanaalstraat C24 blijft nog enige tijd in gebruik als bakkerij. In 1914 verhuist het ‘Heeren-Modemagazijn Joh. de Waard’ naar het pand. De Waard vestigt in 1911 zijn eerst herenmodezaak op nummer C26a, iets oostelijker in de Kanaalstraat. Voor pantalons, hemden, boorden, borstrokken, hoeden, wollen sokken, bretels en kniewarmers weten de IJmuidense mannen de zaak te vinden. In 1914 verplaatst de zaak voor uitbreiding naar de voormalige bakkerij. Acht jaar later betrekt De Waard het naastgelegen pand bij de zaak en wordt ook kinderkleding verkocht. Rond 1926 wijzigt het adres van het hoekpand in Kanaalstraat 48.
Vanaf medio jaren dertig heeft De Waard ‘zwarte hemden’, koppels en zwarte dassen met ‘oranje wit bleu streepje’ en ‘roode driehoek’ in zijn assortiment. Hij adverteert daarmee in bepaalde kringen en wordt daarmee landelijk leverancier… In oktober 1940 opent De Waard een filiaal in de nieuwe winkelgalerij op het Kennemerplein. De Waard blijft tijdens de oorlog actief in IJmuiden. Vlak na de oorlog gebruikt bureau Wijsmuller het hoekpand. Halverwege de jaren vijftig vinden we de lompen-, oudijzer- en oudpapierhandel van Max Gosschalk in het pand. In latere jaren zitten achtereenvolgens verschillende bedrijven in het pand, zoals een papiersnijinrichting en een dakdekkersbedrijf. Het pand is inmiddels een gemeentelijke monument. Het is recentelijk flink opgeknapt heeft daarbij een nieuw pannendak gekregen. Het is eind 2018 verkocht.