Velserbroek – Het gas opentrekken en lekker hard op zijn minibike door de bochten gaan. Dat is wat de 11-jarige Senne Botman het liefste doet. Al drie jaar rijdt hij op dit type kleine motoren en vorige week werd hij Nederlands kampioen op het circuit in Assen.
Door Raimond Bos
Senne heeft het van geen vreemde, want zijn vader René heeft ook motorraces op het circuit van Assen gereden. Als klein jongetje wees hij, als hij bij moeder Saskia achterop de fiets zat, naar elke brommer en motor die hij onderweg voorbij zag komen. ,,Motor!’’, riep hij dan enthousiast. Enkele jaren geleden nam zijn moeder hem mee naar een plek waar minibikes gedemonstreerd werden. Senne was meteen verkocht en dus besloten zijn ouders om zo’n klein racemonster voor hem aan te schaffen. Met zijn vader als trainer reed hij zijn eerste rondjes. Na het behalen van de benodigde sportlicentie was de weg vrij om deel te nemen aan officiële races. Voor de junioren zijn er twee klassen: A en B. Als beginner kom je in de A-klasse terecht, vanaf 11 jaar stroom je door naar de B-klasse, waarin het allemaal nog iets sneller gaat. Senne reed vorig jaar nog in de A-klasse, maar maakte dit seizoen de overstap naar de B-klasse en werd er direct Nederlands kampioen.
Hoge kosten
Inmiddels maakt Senne deel uit van het Dutch Minimoto Team. Dit team bestaat uit zes rijders in verschillende klassen, die door een coach worden begeleid. Volgend jaar zal hij zijn nu behaalde titel in de B-klasse verdedigen, maar daarna hoopt hij zich verder te kunnen ontwikkelen. Eenvoudig is dat niet, want naast het benodigde talent moet je als jeugdige coureur flink investeren. Op de eerste plaats in de motoren waarop je rijdt, maar daar blijft het niet bij. Om deel te mogen uitmaken van een professioneel raceteam moet je zelf ook geld inleggen en de reiskosten naar de circuits tikken ook behoorlijk aan. Senne wil heel graag beroepsracer worden, maar realiseert zich dat hij hiervoor nog een lange weg te gaan heeft. ,,Mocht het niet lukken, dan heb ik wel een plan B. Dan wil ik graag militair worden’’, vertelde hij na zijn overwinning in het Jeugdjournaal.
Gevaarlijke sport
Dat de motorsport niet zonder gevaren is, beseft de 11-jarige Senne heel goed. Tien jaar geleden overleed de Italiaanse motorcoureur Marco Simoncelli op 24-jarige leeftijd nadat hij tijdens een race op het Sepang International Circuit in Maleisië hard ten val kwam. Als een soort eerbetoon aan deze coureur rijdt Senna zijn rondjes met hetzelfde nummer op zijn motor: 58. Vader René helpt Senne met het onderhouden van zijn minibike en woont natuurlijk de races bij om zijn zoon aan te moedigen. Uit ervaring weet hij: ,,Als je óp de minibike zit, is het minder eng dan dat het lijkt als je ernaar kijkt.’’ En Senne zelf? Hij geniet volop van de sport en van zijn overwinning. ,,Je voelt je echt een hele beroemde BN’er.’’
Foto:
Senne Botman (midden) tijdens de huldiging na het kampioenschap. Foto: aangeleverd