Velsen – Tata Steel heeft het personeel laten weten dat het concern in heel Europa voor 170 miljoen euro gaat snijden in het personeelsbestand. Het zou in totaal om mogelijk 2.500 banen gaan. Hoeveel arbeidsplaatsen bij het staalbedrijf Velsen zouden moeten verdwijnen, is vooralsnog onduidelijk.
Een volslagen verrassing was de mededeling van de directie niet, al eerder dit jaar werd een nieuwe transformatie aangekondigd. De productie staat onder druk, omdat er in Europa veel goedkoop staal op de markt wordt gedumpt. Tata Steel produceert kwalitatief hoogwaardig staal en heeft last van deze goedkopere varianten. Bovendien gaat de geplande CO2-heffing, die het bedrijf vanaf 2021 moet betalen voor de uitstoot van koolstofdioxide, de omzet van het bedrijf fors beïnvloeden.
Tata Steel probeert door het snijden in de Europese personeelskosten het bedrijf financieel gezond te houden. Omdat de vestiging van Tata Steel in Velsen het grootste onderdeel is van Tata Steel in Europa, vreest de Centrale Ondernemingsraad (COR) het ergste.
CNV Vakmensen heeft inmiddels verontrust gereageerd op de voorgenomen ingreep van Tata Steel, maar wijst ook op het bestaande werkgelegenheidspact, dat nog tot oktober 2021 loopt. Bestuurder Peter Böeseken laat weten dat men het staalbedrijf daar zeker aan zal houden, maar voegt eraan toe dat het nog wel heel erg vroeg is om nu al conclusies te verbinden aan de berichtgeving. ,,Alleen het bedrag van 170 miljoen euro is bekend gemaakt. Het aantal werknemers dat de baan zou kunnen kwijtraken is nog niet genoemd. Wel dat er 25 procent personeelsreductie moet gelden over heel Europa. Wat het precies moet worden voor Nederland horen wij als vakbonden formeel pas eind volgende maand. Dus daar kan en ga ik nog helemaal niets over zeggen nu. Behalve dan dat we eventuele gevolgen geheel volgens dat gesloten pact zullen behandelen.” Wat Böeseken wel zorgen baart is dat Tata Steel productie naar lage lonenlanden wil brengen. ,,Dat doet geen recht aan de hoge kwaliteit die hier in IJmuiden wordt geleverd.” (foto: provincie Noord-Holland)