Velsen – Al een jaar waart een virus rond dat ieders leven op zijn kop zet. Buiten het verdriet dat we hebben om de zieken en de mensen die we door dat virus voor altijd moeten missen zijn de economische, sociale en maatschappelijke gevolgen die corona met zich meebrengt bijna niet te overzien en te dragen. Het blijkt dat jongeren, op de drempel van hun zelfstandige leven, het ook pittig voor hun kiezen krijgen. Wat een tijd van verkennen, leren en opbouwen zou moeten zijn is verworden tot een tijd die stil lijkt te staan en zelfs achteruit loopt. Wij vroegen een aantal van deze mensen naar hun hoop en frustraties. Deze week vertelt Jesse Mantje zijn verhaal.
Door Ingeborg Baumann
Veel meer ‘IJmuiden’ dan de 25-jarige Jesse Mantje kom je ze niet tegen. En dat is bedoeld als compliment. Hoewel er op Facebook staat dat hij uit Haarlem komt maar dat zullen we hem maar vergeven. Dat is ook goed gekomen want hij woont nu in Velserbroek. Jesse werkt al vanaf zijn 18de in de vis. Net als zijn vader en grootvader trouwens want zo gaat dat vaker hier. Niet zelden kwam het voor dat hij ’s nachts werkte, even naar huis ging en vervolgens door naar school. Dat mocht van zijn ouders als zijn schoolwerk er maar niet slechter van werd. Dat ging blijkbaar allemaal goed want Jesse heeft zijn diploma Internationale Handel op zak. Daar hoopt hij natuurlijk wat mee te gaan doen maar voorlopig zit hij goed, zoals hij zelf zegt. Het zou mooi zijn als er een baan zou zijn die de opgedane kennis combineert met de IJmuidense visindustrie.
‘’Ja, dat Corona. Het is allemaal wat’’, begint Jesse zijn verhaal nuchter. ,,Qua werk heb ik niets te klagen want ik werk er geen dag minder door. Jammer is wel dat het kringetje vrienden dat over is om overdag te zien steeds kleiner wordt. Ik werk heel vaak ’s nachts want dan wordt de pas gevangen vis gesorteerd zodat het de volgende ochtend heel vroeg de verkoop in kan. Overdag werken mijn vrienden weer. Alles is ingewikkelder geworden maar ik heb gelukkig een vriend met wie ik overdag wel ga vissen ofzo. Of ik een uitgaander was? Zeker te weten! En ik snap ook totaal niet waarom restaurants en terrassen niet open mogen. Ze kunnen hartstikke goed controleren in die branche. Als dit nóg een half jaar gaat duren dan is er niets meer. Dat redden ze dan niet meer. Dat heeft ook zijn weerslag in de vis, dat de horeca dicht is. Veel aanbod en minder vraag omdat de horeca veel minder afneemt dan normaal. Want die afhaalmenu’s zijn natuurlijk maar een fractie van wat er vroeger omgezet werd. De prijzen van vis liggen heel laag momenteel.
Corona maakt me wel een beetje opstandig. Het ís er en het is heel erg, dat zal ik nooit ontkennen. Maar de maatregelen worden gewoon niet beargumenteerd. Voordat je het weet worden ze erdoor gedrukt. Neem nou die avondklok, daar snap ik helemaal niets van. In plaats van mijn hele vriendengroep heb ik nu een vast clubje van vier. Je gaat verlangen naar grote groepen, zoals met verjaardagen. Lekker aan statafels ouwehoeren met iedereen. Je vrijheid is weg. Je wordt gedwongen overal extra over na te denken.
Zo opstandig dat ik meedoe aan demonstraties ben ik niet. Je wint er niets mee namelijk. Hoe harder je ergens tegenin gaat des te ongeloofwaardiger word je. Rellen zijn helemaal alleen maar narigheid. Nu met die vaccins hebben we in ieder geval iets om naar uit te kijken. Want dat is het allerergste, er is niets om naar uit te kijken. Wéér een nieuwe variant weet ik veel waar vandaan. Ik zou geen oplossing weten. En de maatregelen doe ik echt allemaal hoor. Maar dat doe ik niet voor mezelf. Dat doe ik voor anderen en vooral voor de ouderen.’’
Foto: Dennis Gouda Fotografie