De gemeenten in de regio IJmond en Zuid-Kennemerland hebben sinds 2015 een nieuwe gezamenlijke huisvestingsverordening. Deze is geëvalueerd en op een aantal punten aangepast.
Eén van de belangrijkste wijzigingen is dat statushouders (asielzoekers met een voorlopige of permanente verblijfsvergunning) wel voorrang houden bij huisvesting. Dat geldt overigens ook voor slachtoffers van huiselijk geweld en mantelzorgers.
Er is een landelijke wet aangenomen waarmee statushouders niet meer automatisch voorrang moeten krijgen op de woningmarkt. De wetswijziging gaat 1 april 2017 in. In deze regio hebben gemeenten er echter voor gekozen de voorrang wel te gebruiken om de halfjaarlijkse taakstelling voor het plaatsen van statushouders te kunnen volbrengen.
Gemeenten kunnen een boete opgelegd krijgen als zij niet binnen 12 weken statushouders huisvesten. Momenteel zijn de wachtlijsten voor sociale huurwoningen in alle regiogemeenten langer dan 12 weken. Er ligt dus een belangrijke taak voor gemeenten om creatief met woonruimte om te gaan waarbij ook buiten de sociale huurwoningen om wordt gezocht naar woonruimte voor statushouders.
In Velsen zijn onlangs vier locaties aangewezen voor 80 à 85 statushouders. Deze mensen krijgen dan geen voorrang meer. Voor de gemeente Velsen is de taakstelling vastgesteld op 92 huishoudens met vergunninghouders per jaar.
De nieuwe huisvestingsverordening is bedoeld om schaarste aan sociale huurwoningen tegen te gaan, vooral in gevallen waar het gaat om kwetsbare groepen, zoals jongeren, ouderen en gezinnen. Woningcorporaties krijgen meer mogelijkheden om maatwerk te leveren. Zo krijgen jongeren onder de 23 jaar voorrang bij goedkope woningen, waarbij ze op de wachtlijst kunnen blijven staan zodat doorstroming wordt bevorderd. Ook kunnen woningen in bepaalde complexen met voorrang worden aangeboden aan senioren.
Om overbewoning te voorkomen wordt woonruimte met maximaal twee kamers met voorrang toegewezen aan één- of tweepersoonshuishoudens.