Velsen – Vis en staal. Dat zijn van oudsher de pijlers waar IJmuiden op steunt. IJmuiden ademt vis. Met een eigen visafslag, een vissersvloot en tientallen bedrijven die tot ver buiten Nederland in vis handelen. Maar er is geen vis meer bij de vleet. De visvangst loopt achteruit en de vloot dunt uit. Wat betekent dit voor de mensen die, op wat voor manier dan ook, betrokken zijn bij en afhankelijk zijn van vis? We vragen het aan deze mensen. In deze aflevering Jan Zwanenburg (77), onze eigen nestor van de vis.
Door Ingeborg Baumann
Wie kent hem niet hier in IJmuiden? In de tijd dat we een gesprek hadden, uiteraard ‘op de kant’, is er bijna niemand die zonder hem te groeten langsfietst of -loopt. En diegenen die hem niet kennen, er zaten toeristen en mensen die werken voor de windmolenparken ook een ‘bakkie te doen’, raken binnen no time met hem in gesprek. Want zo is Jan ten voeten uit. Niet alleen een viskenner en verteller van de meest heerlijke verhalen maar ook entertainer, zanger, super sociaal mens en een charmeur. Dat laatste is nogal herkenbaar onder dat visvolkje, het zijn leukerds.
Armoe troef
,,Vanaf mijn moederskant zat iedereen in de vis, mijn opa was palingvisser. Ik begon op mijn veertiende als manusje van alles. Onder andere het koppen breken van wijting en schellevis, moet je nou komen, mensen willen geen graten meer. Het was bijna kinderarbeid, armoe troef. Vijf dagen van 7.00 uur tot 17.00 uur en op zaterdag ‘maar’ vijf uurtjes. Mijn eerste weeksalaris kreeg ik, vergeet het nooit meer, op 2 augustus 1960, 26,33 gulden. Onder de naam Gebroeders Zwanenburg begon ik rond 1970 een groothandel. Geboren uit nood eigenlijk want in die tijd was er weinig vis, door oude schepen en overbevissing, maar ik had een mega goede klant in Kerkrade dus ik durfde het wel aan. In 1974 trok de vis weer aan en toen ging het in crescendo.’’
Opwarming zeewater
,,Door de opwarming van het zeewater is er minder vis hier, de vissen trekken naar het noorden. Ook de sanering van de schepen is van grote invloed. In Nederland hadden we een prachtige vloot van 300 schepen, daarvan zijn er tussen de 55 en 75 gesloopt. De oplossing zou zijn het investeren in nieuwe methodes van bevissing, bijvoorbeeld flyshooter. (Flyshooter is gebaseerd op de techniek van de snurrevaart visserij. Het bewegende schip zet overdag met behulp van lange dikke lijnen een net uit. Dit schrikt de vis op en doen deze bij het inhalen in het net belanden. Een nadeel van deze techniek is dat er vaak minder grote vis wordt gevangen. Het grote voordeel is dat kwalitatief gezien de vangst hoogwaardig is. Het is een duurzame techniek. *red) De bokkenvisserij -Urks voor boomkorvisserij- wilden ze weg hebben, dat werd pulsvisserij en dan mag ook niet meer. Ze zijn nu aan het zoeken naar nieuwe methodes, een complete verandering en een enorme investering.’’
Niet somber
Jan ziet het allemaal niet zo somber in, dat ligt ook niet in zijn aard. ,,Er blijft altijd een nieuwe generatie opstaan met een blik op de toekomst. De visafslag moet moderniseren, die is al 30 jaar oud. We moeten een andere kijk krijgen op dingen, kijken hoe we met deze tijd om moeten gaan. Ik zit al ruim 60 jaar in de vis en er zijn altijd dips en hoogtepunten geweest. Zo zit het leven in elkaar. Maar we komen er heus weer uit. Elke generatie heeft moeten ploeteren, maak gebruik van de kennis en materialen en breid dat uit. We moeten het samen doen, iedereen in dit gebied’’, en hij wijst om zich heen. ,,Gelukkig is er veel gunning onderling. Het komt allemaal goed. Het leven is net als de zee, met hoge golven en diepe dalen.’’
Kijk in de agenda van Jutter|Hofgeest en het Zee- en Havenmuseum wanneer Jan Zwanenburg weer een rondleiding geeft op de vishal. Je moet vroeg op maar het is een heel leuke ervaring. Jan is een meesterverteller en een onuitputtelijke bron van kennis.
Foto: ‘We moeten het samen doen, iedereen in dit gebied.’ Foto: Ingeborg Baumann