Coronapatiënten die in zelfquarantaine gingen en thuis uitziekten, blijken ook na drie maanden nog steeds ernstige gezondheidsklachten te hebben. Dat blijkt uit een enquête die is gehouden door het Longfonds. Ruim 1600 mensen reageerden op een oproep en meldden zich voor deelname aan deze enquête aan. Onder hen ook IJmuidenaar Erik Baalbergen, onder meer bekend als auteur van de rubriek ‘Typisch IJmuiden’ in deze krant. Hij lag begin april thuis met verschijnselen die duiden op COVID-19. Besmettingsgevaar is er allang niet meer, maar vrij van klachten is hij allerminst.
Op de laatste dag van maart kreeg Erik ’s avonds een flinke hoestbui. Vrijwel direct daarna werd hij ziek en lag hij tien dagen lang op bed. ,,Ik wacht echt behoorlijk ziek. Ik had alle verschijnselen die volgens het RIVM op COVID-19 wijzen, behalve koorts. Wel had ik het heel erg koud, terwijl ik daar normaal totaal geen last van heb. En ik had stevige hoofdpijn.’’ Erik nam direct op 1 april telefonisch contact op met zijn huisarts en kreeg, op basis van de door hem omschreven symptomen, te horen dat er zo goed als zeker sprake was besmetting met COVID-19 met ‘milde’ symptomen. Een test op de aanwezigheid van het virus heeft hij echter niet ondergaan. Hij bleef thuis in bed en kwam er hooguit even uit om te eten, drinken of douchen. Na tien dagen ging het weer een klein beetje bergopwaarts met zijn gezondheid, maar het zou uiteindelijk nog eens anderhalve week duren voordat hij een etmaal lang geen symptomen meer had. Erik: ,,Dat is de richtlijn vanuit het RIVM. Als je 24 uur de symptomen niet meer hebt, dan heb je ook het virus niet meer in je lichaam.’’ Op advies van de huisarts begon Erik weer stukjes te wandelen zodra hij vrij van symptomen was. Dat viel hem zwaar, want hij voelde zich al heel snel ontzettend moe. ,,Ik was al doodmoe als ik thuis de trap opgelopen was. In het begin liep ik daarom hooguit stukjes van vijf minuten. Het komt mooi uit dat ik van fotograferen houd. Ik nam de camera mee in mijn rugzakje en als ik moe werd, dan kon ik even rusten en wat foto’s maken. Soms reed ik met de auto naar Velserbeek om daar te gaan lopen. Maar nooit verder dan vijf minuten vanaf de auto.’’
Meerdere terugvallen
Herstel van het COVID-19-virus met milde symptomen gaat bij een aantal patiënten gepaard met pieken en dalen en is een kwestie van een ‘lange adem’. Regelmatig is er sprake van een flinke terugval, zo ook bij Erik. ,,Ik krijg dikwijls weer een benauwdheids- of hoofdpijnaanval en heb soms weer pijn in de borst. Maar nooit met koorts. Wel had ik het regelmatig ijskoud, ik zat met warme dagen met dikke winterkleren aan in de zon.’’ Erik meldde zich via de huisarts vervolgens bij de speciale coronapoli en kreeg uiteindelijk te horen dat zijn casus atypisch zou zijn voor het verloop van een COVID-19 besmetting. Hij werd doorverwezen naar een gespecialiseerde longarts in het Spaarne Gasthuis, waar hij twee weken geleden is geweest. ,,Zij heeft me onderzocht en de verwachting uitgesproken dat er geen sprake zal zijn van blijvende schade. Daar was ik wel heel bang voor, want je leest allerlei verhalen over longblaasjes die stuk gaan. Inmiddels is duidelijk dat meer patiënten last hebben van terugvallen, dus ik word nu gekwalificeerd als een typisch geval van post-COVID-19.’’ Vorige week maandag is Erik gestart met een traject van longfysiotherapie. Het leverde hem direct weer een terugval op met veel pijn, al bleven de aanvallen van benauwdheid en hoofdpijn dit keer achterwege. ,,Mijn conditie is gezakt naar nul. Als ik te lang achter elkaar praat, krijg ik hoestbuien. Ik ben wel weer aan het werk, voorlopig nog voor halve dagen, vanuit huis. Maar dat verdeel ik dan in blokken, want ik kan nog maar gedurende een hele korte tijdsspanne actief zijn. Tussendoor moet ik rust houden. Gelukkig is mijn werkgever heel begripvol. Ik sta te popelen om weer full time te gaan werken. Maar als ik te hard van stapel loop, moet ik dat bezuren met een terugval. Ik moet leren mezelf een beetje in te houden. Je eigen grenzen leren kennen, noemen ze dat.’’
Veel onbegrip
Door de onbekendheid met de ziekte en de effecten daarvan op het lichaam, heerst er veel onbegrip over de post-COVID-19-verschijnselen. Net zoals bij andere aandoeningen, waarbij geen uiterlijke kenmerken zichtbaar zijn, wordt de patiënt vaak ten onrechte verweten zich aan te stellen. Erik: ,,Je bent gewoon ontzettend snel moe. Je batterijtje is supersnel leeg.’’ Het COVID-19-virus maakt deel uit van dezelfde groep virussen als waartoe ook SARS en MERS behoren. Erik: ,,De longarts vergelijkt mijn situatie met die van een patiënt na een MERS besmetting. Het herstel kan tot zo’n zes maanden duren. Ik hoop dat het bij mij sneller gaat.’’ Uit het onderzoek van het Longfonds is gebleken dat veel mensen in het post-COVID-19-stadium moeite hebben met simpele dagelijkse activiteiten. Het merendeel van de 1600 mensen die aan de enquête deelnamen, gaf aan moeite te hebben met lopen. Ook druk op de borst, hoofdpijn en vermoeidheid worden veel genoemd. Opvallend is ook dat 85 procent van de deelnemers een goede gezondheid had voordat de besmetting met het virus plaatsvond, terwijl nu nog maar 6 procent van deze mensen de eigen gezondheid goed noemt. Longarts Leon van der Toorn van het Erasmus MC nuanceert de onderzoeksresultaten. Hij stelt dat een grieppatiënt ook niet direct na het overwinnen van dat virus in staat is om een marathon te lopen. Hij wijst er bovendien op dat de deelnemers aan deze enquête zich zelf hebben aangemeld, waardoor te verwachten valt dat het aantal mensen met klachten veel hoger ligt dan bij een willekeurige steekproef onder post-COVID-19-patiënten het geval zou zijn.