Met een blog over mijn belevenissen op de dag van het vieren van onze vrijheid blik ik terug hoe Velsen Feest vierde zondag. Feest met een hoofdletter. Ik neem u mee aan de hand van mijn belevenissen tijdens de historische bevrijdingsrit door Velsen. Organisator Hans van Ravenzwaay had het reeds aangekondigd: de weergoden zijn mij meestal goed gezind. Hij kreeg gelijk. En meer.
Door Arita Immerzeel
Na een kort nachtje spring ik zondag vroeg onder de douche. Het voelt vol met wat ik maar even ‘chaotische voorpret’ noem. Wat gaat het weer doen? Wel of niet een hemd aan, wel of niet een jas? Laagjes zijn het handigst, zeker als je ook nog niet weet in wat voor voertuig je vervoerd gaat worden.
Ik ga deelnemen aan de bevrijdingsrit door Velsen, samen met een groot aantal voertuigen van Keep them Rolling, hun chauffeurs en passagiers en acteurs van de Binnenlandse Strijdkrachten vanaf 9.00 uur tot 17.00 uur. Samen met mijn levensmaat Dirk vervullen wij als re- enactors rollen van burgers in oorlogstijd. Vandaag spelen we het verschil tussen oorlog en bevrijding, namelijk Feest. Na 6 herdenkingen gisteren, gaan we vandaag vrijheid vieren! Ik kies voor een warm hemd van mijn moeder, een warme maillot in de goede, dus stemmige kleur onder de historische witte sokjes in mijn vooroorlogse platte bruine schoenen met katoenen veters. Bij het vinden van een juist kapsel denk ik enorm aan mijn moeder. Ten eerste mis ik extra handjes om mijn haar opgerold te krijgen. Bovendien snap ik de alom vertegenwoordigde aanwezigheid van haarspeldjes in werkelijk alle jaszakken, tassen en lades, zoals ik na haar dood ontdekte. Vooruit, dan maar een haarnetje. En haarspelden, veel haarspelden. Ik heb er genoeg. Waar mijn man vroeger op mij moest wachten, wacht ik nu op hem. Ik hoor hem mopperen op alle knoopjes. Die van zijn ondergoed zijn nogal makkelijk, maar dan de boordenknoopjes van zijn vader. Zijn overhemd kochten we voor 1 euro in Apeldoorn, waar mijn opa woonde en wij toevallig langs een kringloop fietsten. Het is een prachtig linnen exemplaar met een vooroorlogse kraag en manchetten. Het strikken van zijn das en sluiten van de manchetten is een hele kunst.
En dan stappen we op de fiets om naar Velserbroek te gaan. Een verbaasde buurman maakt de eerste foto’s van ons. Ik stuur de plaatjes snel door naar mijn kinderen, die voorheen de historische woorden uitspraken ‘OMG, onze ouders zijn larpen’. Ondertussen weten ze wel beter, wij spelen de geschiedenis na op de locatie waar dit gebeurde in zo origineel mogelijke kleding.
Het verzamelen in Velserbroek voor het Polderhuis is een Feestje. Sommige manschappen zeggen goede herinneringen aan de zomer van ’45 te hebben, anderen noemen mij Wilhelmina. Er zijn ook veel bezoekers. Als er foto’s worden gemaakt, reageer ik met mijn vooroorlogse camera en maak ook foto’s. Voor de deelnemers die buiten de gemeente wonen heb ik een stapel Jutter l Hofgeest meegenomen omdat het programma met foto’s er in staat. En dan gaan we rijden. Ik rij samen met Dirk mee in de prachtige Wolseley uit 1935 van Jacqueline van Roode. We zwaaien en vlaggen wat af. De toeschouwers zwaaien meestal terug. Het zonnetje gaat zijn best doen. De jassen kunnen uit. In het Bunkermuseum laveren we tussen de plassen door en zwaaien naar voor ons gevoel honderden mensen, die op komst van de stoet staan te wachten. Volgend jaar kopen we een stapel vlaggetjes om uit te delen, doemt in ons op. Onze zoektocht naar koffie en een toilet blijkt tevergeefs. Als ik achterom kijk tijdens de schietdemonstratie van de BS , staat daar onze burgemeester incognito. Uiteraard probeert mijn eega direct als bankier in het verzet zaken met hem te doen. Het is leuk om te zien dat onze burgervader geniet van de Feestelijkheden. Dan rijden we weer plots iets te vroeg richting Halkade voor de aangeboden vis van Fish & Seafood Waasdorp. Een ondertussen toegevoegd voertuig van Universal Carrier oftewel Bren Gun Carrier lijkt wel op hol geslagen tijdens het parkeren. Ik vind het doodeng! Ik leer van de mannen, dat op steen het voertuig met zijn rupsbanden heen en weer moet schommelen om te kunnen draaien. Na de vis gaan we op voor Plein 45. De hoeveelheid mensen, die ons opwacht is zó ontzettend leuk. Er zijn ook veel bekenden, maar ook opvallend veel Polen. Hoe vaak kan je op de foto gezet worden? Ik beantwoord veel vragen. Bijvoorbeeld waar de klaproos ook al weer symbool voor staat (onder elke klaproos ligt een dode, zei men na de eerste wereldoorlog in Frankrijk) Ik laat jong en oud aan eau de cologne ruiken, de geur van toen. Ouderen beginnen direct over hun moeder, de kerk en oma. Jongeren kijken bedenkelijk, nog nooit geroken. Er is muziek, er is zon, er is Feest. De burgemeester, ondertussen in pak en met ambtsketen houdt een bewogen speech. Hij wenste alle inwoners van Velsen toe, om te genieten van het bij elkaar zijn in vrijheid. Daarna ontsteekt hij het bevrijdingsvuur, hetgeen nog even een dingetje blijkt.
Tot slot gaat de stoet naar twee woonzorgcentra in de gemeente. In het bijzijn van mensen, die de bevrijding bewust meegemaakt hebben en samen met ons dat gevoel weer beleven, voelt het bijzonder. Samen genieten we van muziek, een hapje en een drankje. En dat onder een Feestelijk zonnetje. In Huis ter Hagen werden alle voertuigen behalve de onwendbare Carrier achter het woonzorgcentrum geparkeerd. Ik krijg chocola die ik mag uitdelen. Een bewoner van 98 jaar vertelt dat toen zij chocola van de Canadezen aangeboden kreeg, zij er niet ziek van werd. ,,Ik at het niet allemaal zelf op, ik deelde het met mijn zusjes, dat was in die tijd heel normaal. Dus ik kreeg niet teveel binnen. “ Een andere 90 plusser meldt, dat er behalve chocola en sigaretten, ook thee werd uitgedeeld.
Er was bier, er was fris, er was zon, en er was FEEST.
En het was goed.
Foto’s: aangeleverd Arita Immerzeel, ontsteken van het vuur: Ton van Steijn