Door Arita Immerzeel
Auteur Hans van den Pol schrijft in een bijzondere oudejaarsvertelling een boeiend verhaal over IJmuidenaar Cornelis Vreeswijk. Hij weet de herinneringen aan Cornelis Vreeswijk zo levend te verwoorden, dat het soms net lijkt alsof Cornelis zelf is aangeschoven aan tafel bij de redactie. In ieder geval roept het gesprek de zin op, om liedjes van Cornelis Vreeswijk weer eens aandachtig te gaan beluisteren.
,,Een jaar of vijf zal ik geweest zijn, toen ik voor het eerst met een liedje van Cornelis Vreeswijk kennismaakte. Mijn ouders hielden van zijn poëtische liedjes en hadden een LP van hem.” Aan het woord is 53-jarige Hans van den Pol, die zijn boek deze week presenteerde. ,,Door corona is een en ander sober en aangepast verlopen. Heel wat anders dan bij mijn vorige boek, ‘De engel en de adelaar’, die ik samen met Bettina Drion schreef.”
Hans heeft als journalist bij diverse landelijke kranten veel oorlogsdocumentaires op zijn naam staan. ,,Ik geef ook veel lezingen op scholen over dat onderwerp. Misschien kennen Velsenaren mij nog van mijn lezing in het Witte Theater, na een herdenking op het graf van Jan Bonekamp op de Westerbegraafplaats in IJmuiden. Er is toen ook een lied van Cornelis Vreeswijk ten gehore gebracht. Het heette ‘Leg twijgen op mijn graf’. Sinds 2000 ongeveer ben ik verslingerd geraakt aan zijn songs. Het zijn gedichten, protestsongs, hij was zijn tijd ver vooruit. Het is jammer dat ik hem nooit live heb zien optreden.”
Cornelis Vreeswijk als onderwerp van een roman was een idee, wat al jaren bij Hans sluimerde. Een gevoel wat bij hem bleef na het horen van een verhaal over Cornelis. In coronatijd was daar ineens de gelegenheid om dat gevoel woorden te geven en achter elkaar uit te werken. ,,De roman beslaat nog geen 100 pagina’s en is daardoor heel leesbaar. Ik noem het een eindejaarsvertelling, omdat Cornelis Vreeswijk werd uitgenodigd door een vroegere vriendin om oudjaar te komen vieren bij haar. Het verhaal beslaat 12 tot 14 uur van die dag. Cornelis Vreeswijk gaf toen één van zijn laatste optredens, heel onverwacht. De thema’s in het boek zijn divers. Thema’s, die een rol spelen, zijn de verhouding tussen vader en zoon, het hebben van twee nationaliteiten en de symboliek van oudjaar en nieuwjaar.”
Hans is ondertussen Zweeds gaan leren, om de teksten van de liedjes van Cornelis Vreeswijk beter te kunnen begrijpen. ,,Hij was een virtuoze taalkunstenaar. Origineel en uniek, een verhalenverteller. Zijn liedjes hebben altijd een dubbele laag. Wat hij zingt is speels én maatschappijkritisch. Hij nam het op voor mensen met een rafelrandje. De romantiek van het platteland samen met scherpe kantjes van hoertjes en crimineeltjes. Hij hield van sterke vrouwen, maar had niets met feminisme. Een hoffelijke, bescheiden man. Zijn liedjes klinken als gedichten, men noemt hem ook wel de Scandinavische Bob Dylan.”
Voordat Hans verder gaat naar Velsense boekhandels om zijn boek te signeren, wil hij nog wel kwijt, dat hij hoopt dat mensen door zijn roman, die overigens tien euro kost en mooi is vormgegeven, de muziek en liedjes van Cornelis Vreeswijk weer eens gaan beluisteren. ,,Hij was zijn tijd ver vooruit. Wat hij ons nalaat, is zó mooi en tijdloos. Een belangrijk en groots man. Ik hoop dat de nieuwe zeesluis bij IJmuiden zijn naam mag gaan dragen. Hij is het waard om op die manier herdacht te worden. Hoe mooi als de naam ‘Cornelis Vreeswijk’ gekozen wordt voor de plek waar de sluisdeuren opengaan richting Scandinavië.”
Meer informatie is te vinden op www.cornelisvreeswijk.nl.