Velsen-Noorder Els Quax (50) ontwikkelde zich bij de NS in de loop der jaren tot een heuse ambassadeur voor doven, slechthorenden en mensen met TOS. TOS staat voor Taal Ontwikkelings Stoornis. Gebarentaal was lang een ondergeschoven kind, maar heeft de laatste jaren een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. Els won een prijs vanwege haar bijdragen hieraan. Zij vertelt heel minutieus, hoe dat zo gekomen is. Haar handen staan tijden het gesprek niet stil en ondersteunen haar woorden voortdurend.
Door Arita Immerzeel
Ik deed het voor mijn broer Jaap, de rest is bijvangst
Jaap
,,In 1978 werd mijn broer Jaap geboren en hij bleek vanwege zijn verstandelijke beperking een taalontwikkelingsstoornis te hebben. In ons gezin en ook op de ZMLK school, die hij later bezocht, bleek dat gebaren ondersteuning boden om beter met hem te kunnen communiceren. Van sommige gebaren ontdekten we pas jaren later, wat het precies voor Jaap betekende. Een voorbeeld daarvan is dat Jaap bij een grapje met zijn hand een soort grijpbeweging maakte. Het bleek ontstaan uit ‘1 april, kikker in je bil’. Elke taal, dus Amerikaans of Chinees heeft zijn eigen gebaren, ontdekte ik. Een voorbeeld is dat een dove Chinees een plukbeweging maakt voor ‘thee’ en een Nederlandse dove een beweging van het dopen van een theezakje in een kopje. Jaap ontwikkelde ook eigen gebaren, voor zaken waar hij geen woorden voor kon vinden.”
Hoe het verder ging
Als kind speelde Els met een doof meisje, waarbij er ook veel met gebaren gecommuniceerd werd. Voor Jaap ging Els op onderzoek uit, om hier meer over te weten te komen. Tijdens haar werk als hoofdconducteur bij de NS kwam zij ook wel in aanraking met dove mensen. Er bleken geen gebarenboeken te vinden te zijn. Ook toen internet kwam, greep Els op gebarentaal mis. Uiteindelijk ontdekte zij een Gebarentaalboekenwinkel in Den Haag en kon boeken bestellen. Nu heeft elk gebaar, behalve een losse letter, een beweging in zich, dus dat is lastig weer te geven in een boek. En een ander punt bleek, dat gebarentaal door de tijd heen verandert. Bijvoorbeeld een gebaar voor strippenkaart is verouderd, maar scannen van een pas komt daarvoor in de plaats. ,,Behalve als je iets uit de geschiedenis wil gebaren,” lacht Els. ,,En ik kwam er in 2005 achter, waarom er zo weinig gebaren waren, want van 1880 tot 1985 was gebarentaal een verboden taal! Men vond het een ‘schoolpleintaal’ en horenden begrepen het niet. Uiteindelijk gingen doven en ouders van dove kinderen in verzet. Ik ging er meer en meer over lezen en het onderwerp greep mij. Ik ging cursussen volgen. Zo’n cursus is in stilte en ik kreeg les van dove docenten. Heel boeiend.”
Humor
Els ontdekte dat er verschillende manieren zijn om te gebaren. ,,Je hebt het NTG, dat is de Nederlandse Gebaren Taal, met een eigen grammatica. En je hebt NMG, Nederlands Met Gebaren. Liplezen geeft bij beiden ondersteuning. Overigens noemen we dat mondlezen. Er vond een enorme inhaalslag plaats en van 122 gebaren in 2005 kwam er een Van Dale Basiswoordenboek Nederlandse Gebaren uit met 5000 gebaren.”
Het gebaar voor machinist werd bedacht. Broer Jaap, die net als Els gek is op treinen, genieten nog steeds met volle teugen van dit gebaar. Het ziet eruit als ‘draai eens aan het wieletje, hakke hakke pufpuf’. ,,Inventief en met humor,” vat Els de inhaalslag voor gebaren samen. ,,Doven geven elkaar met een gebaar een naam. Zo is mijn naam een combi van de gebaren voor de letter K, kip en kakelen. ik groeide op op een boerderij en kan mijn mondje aardig roeren namelijk.”
IJmuiden
Doven ontwikkelen zelf met elkaar nieuwe gebaren, waarop misgegrepen wordt. Het gebaar voor IJmuiden werd de letter Y met je hand maken en dan een beweging als of je een sluis doorgaat. Via Teams communiceren doven met elkaar, om te overleggen, welk gebaar gebruik jij? Om uiteindelijk dan het met elkaar eens te worden en een gebaar toe te voegen aan het digitale woordenboek. In 2018 deed Els, reeds 31 jaar hoofdconducteur bij de NS, een oproep op Facebook voor hulp om de toegankelijkheid voor doven en slechthorenden in de trein te bevorderen. Binnen een week had zij mooie reacties, onder andere van het Gebarencentrum. Dat bleek in Amersfoort gevestigd, nota bene naast het station van Amersfoort. Eén en ander leidde tot de ontwikkeling van een app, iSignNGT, waarin het tonen van beweging van de gebaren in filmpjes mogelijk werd. Els kon aangeven op welke gebaren de NS conducteurs misgrepen en deze werden toegevoegd. Denk aan gebaren voor in- en uitstappen, sprinter, dubbeldekker. In de app staan momenteel meer dan 15.000 woorden en alle conducteurs van de NS hebben deze app op hun werktelefoon. Els gaf diverse gastlessen en werd binnen de NS de ambassadeur het probleem ogen en oren te geven, in het belang van een goede communicatie met reizigers, die een gehoorprobleem hebben. ,,Ik deed het voor mijn broer en de rest is bijvangst,” aldus een nuchtere Els. ,,Eeuwenlang werden kinderen en mensen met een taalontwikkelingsstoornis niet gehoord. Nu zijn er veel meer mogelijkheden om te communiceren, zoals met programma’s als Max en Lotte, Sam en Mia, waar 51 filmpjes in zijn opgenomen. Voor mijn broer Jaap is dat een enorme verrijking gebleken.”
Toekomst
Tot slot ontdekt Els de dag van ons gesprek iets nieuws. ,,Op universitair niveau wordt gewerkt aan een avatar, die in de treinen alles wat de conducteur omroept, direct in beeld vertaald. Niet alleen handig voor dove mensen, want 80 % van de reizigers zit met oordopjes in en hoort niet wat er gezegd wordt, hetgeen onhandig kan zijn bij bijvoorbeeld waarschuwingen.”
Meer informatie: www.eduapp.nl voor iSignNGT, www.samenmia.nl, www.lottemax.nl, Het digitale gebarenwoordenboek is voor iedereen kostenloos te gebruiken via www.ow.gebarencentrum.nl.
,,Inventief en met humor,” vat Els de inhaalslag voor gebaren samen. Foto: Arita Immerzeel