Meester Serné was 41 jaar leerkracht in IJmuiden op de Marnixschool. De naam van deze school veranderde later in Het Kompas. Hij deelt zijn belevenissen en herinneringen regelmatig met ons in een column. Deze keer: Schooltandarts, Schoolarts en GGD op de Marnixschool.
Aan het begin van de jaren zeventig was het heel gewoon dat de schooltandarts en schoolarts op de Marnixschool hun ronde deden om gebitten van kinderen te controleren en onderzoek te doen naar lichamelijke gebreken. Dat gebeurde in het zogenoemde ‘kamertje’, waar het personeel ’s ochtends koffie dronk en tussen de middag lunchte.
Alle kinderen van de school stonden dan, om de beurt, klas voor klas, voor de deur in de gang voor een controlebeurt van de schooltandarts en een andere dag van de schoolarts. De naam van de schoolarts weet ik nog: Dokter Whoe of Woe. (De exacte spelling weet ik niet meer). Een Aziatische man. Heel vriendelijk. Ik zie hem nog dagelijks op straat bij mij in de buurt lopen. De naam van de tandarts weet ik niet meer.
Ook kwam de GGD regelmatig langs om de kinderen een vaccinatie te geven. Geen idee meer voor welke ziekte. Opnieuw stonden de klassen in rijen opgesteld met opgerolde mouwen, waarna een verpleegster een plek op de bovenarm ontsmette met een bruin/gele vloeistof om daarna de naald in de arm te steken .
Enige tijd later werd de GGD gehuisvest in het gebouw van Scheveningen Radio, later het Postkantoor op het Marktplein. Daar moesten wij met de schoolklassen heen wandelen, vanaf de Nobelstraat, om een vaccinatie te krijgen.
Een oud-leerling (nu bijna 60) vertelde mij het volgende: “,,Ik zag enorm op tegen de injectie, omdat onder de kinderen het verhaal rond ging, dat er wel eens een naald los liet en in een arm bleef hangen. Ik viel flauw na de injectie. Er was echter geen deskundige om me te helpen.’’
Deze vrouw herinnerde zich dat ik haar had bijgebracht en de opdracht gaf om de trappen van het postkantoor op en neer te gaan lopen om zuurstof te krijgen, hetgeen ze deed en….het hielp. Van mij moest ze naar huis, want ze was flauwgevallen. Dat wilde ze niet en is, lopend, mee terug gegaan vanaf het Marktplein naar de Marnix school. Eenmaal op school terug besloot ik alsnog dat ze naar huis moest, want flauwvallen is niet niks. Een klasgenootje was bereid om met haar mee naar huis te gaan en hetgeen er was voorgevallen aan haar moeder te vertellen.
Sindsdien zijn deze meiden tot op de huidige dag hartsvriendinnen. Dit verhaal vertelden de twee, inmiddels vrouwen en oma’s me na 44 jaar. Foto: Archief Historische Kring Velsen