In deze rubriek staan we stil bij een typisch IJmuidens onderwerp, aan de hand van een foto en naar aanleiding van de actualiteit, een stukje geschiedenis, een bijzondere gebeurtenis, een evenement of gewoon een van de mooie taferelen die IJmuiden biedt. In deze aflevering aandacht voor de eerste IJmuider dorpsomroeper Vodje.
Door Erik Baalbergen
Al vanuit de middeleeuwen maken besturen van steden en dorpen wetswijzigingen, maatregelen en andere officiële mededelingen aan de bevolking bekend via aanplakbiljetten. Veel andere kanalen zijn er niet. De dagelijkse krant, radio, televisie en andere media liggen nog in de verre toekomst. Omdat de meeste mensen niet of nauwelijks kunnen lezen, wordt de inhoud van de aanplakbiljetten ook mondeling verspreid. De stads- of dorpsomroeper speelt daarbij een belangrijke rol.
Bel
Omroepers worden van oudsher officieel door een lokaal bestuur aangesteld. Een omroeper moet kunnen lezen en ‘oppassend’ zijn. Dronkenlappen worden niet aangenomen. Dikwijls kiest iemand uit armoede voor het ambt van omroeper, meestal in deeltijd, om zo een centje bij te verdienen. Een omroeper wordt ook wel Belleman genoemd, omdat hij de mensen meestal met een bel uit hun huizen lokt om de mededelingen aan te horen.
Willem Bakker
Ook Velsen kent het ambt van dorpsomroeper. De eerste in IJmuiden actieve omroeper is Willem Bakker, beter bekend onder de naam ‘Vodje’. Willem is in 1827 geboren in Assendelft. Op 7 mei 1848 trouwt hij in dezelfde plaats met Trijntje Visser. Willem en Trijntje krijgen in Assendelft elf kinderen, van wie enkelen op jonge leeftijd overlijden. Al vanaf voor zijn huwelijk verdient Willem zijn geld als zeildoekwever. Vanaf ongeveer zijn dertigste is hij winkelier en koopman. In mei 1878 vestigt het gezin zich in Velsen. Willem is dan nog steeds koopman. In IJmuiden verdient hij zijn geld als visventer.
Tot op zijn oude dag verkoopt Willem vis aan de bemanningen van schepen die in de sluizen geschut worden. In weer en wind waagt hij, met een mand met vis onder zijn arm, de oversteek tussen de kade en het schip via een wiebelende loopplank. Gelukkig worden hem daarbij steeds vaker helpende handjes toegestoken.
Hoort, burgerij, hoort!
Willem wordt ook dorpsomroeper, in een tijd dat IJmuiden nog geen eigen krant heeft. Met een koperen bekken en de kreet ‘Hoort, burgerij, hoort!’ loopt hij door de straten van IJmuiden om mededelingen te verspreiden. Zo waarschuwt hij de IJmuidenaren onder meer voor schietoefeningen bij het kustfort, zodat de ramen tijdig opengezet kunnen worden om ruitschade te voorkomen. Ondanks dat op latere leeftijd de verstaanbaarheid door zijn slechte gebit steeds slechter wordt, blijft hij omroeper.
Willem houdt ook wel van een grapje. Als hij muziek hoort, waagt hij zich aan een dansje in de vorm van de zevensprong, een oude volksdans. Dat dat nogal stuntelig gaat deert hem niet; hij blijft er steeds vrolijk onder en weet de toeschouwers te vermaken. Door zijn houding en humor is hij populair onder de IJmuidenaren.
Feest
In mei 1898 wordt het vijftig jaren huwelijk van Willem en Trijntje uitbundig gevierd in IJmuiden. Met een feestelijke stoet wordt het paar, voorafgegaan door de plaatselijke harmonie Concordia, met een rijtuig ‘met een gepoederden lakei op de bok’ vanaf huis opgehaald en, begeleid met applaus, Bengaals vuur, voetzoekers en zevenklappers, door de straten van IJmuiden rondgereden.
Met moeite krijgt Willem de enthousiaste menigte stil om een toespraakje te houden: ‘Ik, Bakker bijgenaamd Vodje, dorpsomroeper en vischventer bedank alle burgers van IJmuiden voor de twee prachtige stoelen, die ik en mijn vrouw gekregen hebben, voor de heerlijke rollade, voor de koffie, de suiker, de krentenbollen enz. enz. en beloof den burger en m’n vrouw, dat ik vanaf heden beter zal gaan oppassen en geen slokjes meer zal drinken.’ Na nogmaals door de straten van IJmuiden te zijn gereden, worden Willem en Trijntje weer bij hun huis in de Zeestraat, de latere Frogerstraat, afgeleverd. Hier wordt met buren en kennissen het aangeboden lekkers genuttigd.
Zevensprong
In het in 1901 verspreide nep-feestprogramma ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van IJmuiden op vrijdag 1 november 1901 lezen we als programmaonderdeel om 6.30 ’s avonds: ‘Op het sluisplein bij maneschijn groot extra-nummer, te geven door ‘Vodje’, bestaande uit ’t vertoonen der ‘zevensprong’, geassisteerd door Rooje Jan.’ Volgens een dagboekfragment, opgenomen in het boek ‘Bles voor de Kop’, worden ook onderdelen van het nepprogramma, zoals ‘prijsvloeken door kaairidders’, uitgevoerd naast het officiële programma. Zo vertoont Vodje inderdaad tot groot vermaak van de toeschouwers de Zevensprong op het Sluisplein.
Trijntje Visser overlijdt in februari 1914 op 87-jarige leeftijd in Haarlem. Twee maanden later overlijdt Willem op 86-jarige leeftijd, eveneens te Haarlem.
Pirovano
Als dorpsomroeper wordt Willem in IJmuiden opgevolgd door de roodgebaarde J.J. Pirovano, die daarvoor ook al dorpsomroeper in Velseroord is, het latere IJmuiden-Oost. Met een grote bel en de roep ‘Hoort, zegt het voort!’ weet hij de aandacht van de burgers te trekken. Naast de officiële mededelingen vanuit het Velser gemeentebestuur verspreidt hij ook reclameboodschappen van winkeliers en verenigingen. Pirovano is tot rond 1930 actief in Velsen. Meer over deze Pirovano in een komende aflevering van Typisch IJmuiden!
Pas zo rond het einde van de negentiende eeuw wordt de omroeper overbodig, omdat steeds meer mensen kunnen lezen en kranten gemeengoed zijn geworden. In Nederland zijn nog wel enkele stads- en dorpsomroepers actief, niet uit noodzaak maar als liefhebberij.
Fotobijschrift: Willem Bakker (links), bijgenaamd ‘Vodje’en de eerste en oudste omroeper van IJmuiden, en slager Piet van Eck (met fiets), die gevestigd was in de Oranjestraat in het pand waar eerder slager Post zijn zaak had. Deze foto komt uit de reeks ‘Het IJmuider straatleven’, uitgegeven door Hoogerduin. Foto: Noord-Hollands Archief / Beeldcollectie van de gemeente Velsen, inv.nr. 9114