Het voormalige badhuis aan de Snelliusstraat
In deze rubriek staan we stil bij een typisch IJmuidens onderwerp aan de hand van een foto en naar aanleiding van de actualiteit, een stukje geschiedenis, een bijzondere gebeurtenis, een evenement of gewoon een van de mooie taferelen die IJmuiden biedt. In deze aflevering aandacht voor het voormalige badhuis aan de Snelliusstraat.
Door Erik Baalbergen
Badhuizen bestaan al eeuwenlang. We kennen ze vooral van de Romeinen. Het zijn luxe ontmoetingsplekken om gezamenlijk te baden, bij te praten en zaken te regelen. Ook China, Japan en Turkije kennen van oudsher badhuizen. In Nederland zijn badhuizen vooral in de eerste helft van de twintigste eeuw in opkomst, als gezondheid en hygiëne meer aandacht krijgen. Omdat veel arbeiderswoningen geen sanitaire voorzieningen hebben, is de gewone man aangewezen op een badhuis om schoon voor de dag te komen en op zondag fris ter kerke te gaan. Voor weinig geld neemt men een douche of een bad in het badhuis.
De Nederlandse badhuizen worden gestookt op steenkool of stadsgas. In de loop van de twintigste eeuw raken badhuizen overbodig als aardgas ruim beschikbaar komt en steeds meer huizen worden voorzien van warm water en sanitaire voorzieningen. Afgezien van luxe sauna’s en Turkse badhuizen zijn de oorspronkelijke Nederlandse badhuizen, op eentje na, verdwenen.
Badinrichting
Ook IJmuiden heeft een badhuis gekend, op de hoek van de Snelliusstraat en de Hadleystraat. Velen kunnen zich de wekelijkse douche- of badderbeurt, meestal vlak voor de Dag des Heeren, vast nog wel herinneren.
In oktober 1915 wordt de bouw van een Bad- en Waschinrichting ‘op een der nieuwe terreinen naast de begraafplaats’ aangekondigd. Het badhuis is ontworpen door architect Kors Visser. De bouw wordt eind oktober 1915 aanbesteed aan J.C. Dunnebier uit IJmuiden. Het gebouw van de Coöperatieve Wasch, Strijk- en Badinrichting “IJmuiden en Omstreken” met opvallende fabrieksschoorsteen verrijst in het verder nog haast onbebouwde gebied ten oosten van de Westerbegraafplaats. In juni 1916 wordt een Hinderwetvergunning aangevraagd voor het oprichten van een ‘wasch-, strijk- en badinrichting met plaatsing van een stoommachine van 12 P.K. en twee electromotoren van 3 P.K.’. De vergunning wordt eind dezelfde maand verstrekt.
Kuip- en stortbaden
Op zaterdag 15 juli 1916 wordt de badinrichting voor het publiek geopend. De was- en strijkinrichting in hetzelfde gebouw wordt pas ruim twee maanden later, eind september geopend. In de badinrichting bevinden zich acht kuipbaden op de begane grond en tien douches op de eerste verdieping. De prijzen zijn 30 cent voor een ‘1e klasse bad’ (kuipbad) en 15 cent voor een ‘2e klasse bad’ (stortbad, douche), beiden van maximaal dertig minuten. Een koopje, zou je denken, maar het zijn voor die tijd best wel uitgaven voor de gewone man. Daarnaast zijn er meer-baden abonnementen.
Het badhuis is open op doordeweekse dagen geopend van 9 tot 9 en op zaterdag zelfs tot 11 uur ’s avonds. Op zondag is het gesloten. In 1917 worden de openingstijden steeds verder beperkt vanwege de door de Eerste Wereldoorlog heersende kolenschaarste. Al snel stijgen de tarieven vanwege de kosten. Een verzoek aan de belastingen om de Coöperatieve Wasch, Strijk- en Badinrichting als ‘inrichting van algemeen nut’ te beschouwen en daarmee vrij te stellen van ‘personeele belasting’, om daarmee de tarieven laag te houden, wordt in 1918 afgewezen. Toch worden begin 1919 de tarieven verlaagd: een kuipbad kost dan 40 cent en douchebad 25 cent. ‘Zeep en baddoek worden wederom gratis verstrekt’.
Weinig klanten
Toch moeten de tarieven weer stijgen, waardoor de badinrichting steeds minder klanten krijgt. In 1922 is zij nog maar op woensdagmiddag, vrijdagavond en zaterdagmiddag geopend. In datzelfde jaar ontstaan plannen omtrent ‘het verstrekken van baden aan schoolkinderen’ op kosten van de gemeente. Vanwege de kosten blijft het slechts bij plannen.
Om klanten te trekken adverteert de ‘Badinrichting aan de Snelliusstraat’ rond 1924 wekelijks met cijfers over het gebruik. Zo worden in de tweede week van maart 25 kuipbaden en 49 douchebaden genomen. Er zijn toch heel wat meer IJmuidenaren, maar ja, om voor je wekelijkse wasbeurt nou helemaal over de brug te moeten gaan? In elk geval marcheren de mannen van het pantserfort wel elke zaterdag door IJmuiden naar de Snelliusstraat voor het verplichte wekelijkse bad.
Sluiting en heropening
In 1927 verschijnen er berichten in de pers over de op handen zijnde sluiting van de Coöperatieve Badinrichting aan de Snelliusstraat, en enkele jaren later is dit een feit. Medio 1933 komt de ‘Wasch- en Strijkfabriek’ in de openbare verkoop.
Ruim een jaar later, op 4 september 1934, opent de ‘IJmuider Wasch- en Strijkinrichting’ onder directie van M. van Andel aan Snelliusstraat 39 haar deuren. De badinrichting wordt ook weer in ere hersteld. Klanten van de wasserij krijgen de eerste maand vijf gratis kuip- of douchebaden. De badinrichting is alle werkdagen geopend en op zaterdagmiddag alleen voor mannen. Een douchebeurt kost dan 15 cent en een bad 25 cent. Voor zeep moet 3 cent en een handdoek 5 cent extra betaald worden. Maar de fietsenstalling is gratis. In aanloop naar feestdagen weten IJmuidenaren het badhuis te vinden, maar echt storm loopt het niet.
Opheffing
Eind 1937 wordt de badinrichting opgeheven en de inventaris verkocht. De ‘IJmuider Wasscherij’ blijft doordraaien, ook tijdens de Tweede Wereldoorlog. Tijdens de oorlog is het badhuis door de Duitsers gevorderd. Begin jaren vijftig wordt de was- en strijkinrichting opgeheven. De eigenaar verkoopt in 1952 het pand aan de gemeente Velsen, die het grondig wil verbouwen tot badhuis om een “onvolkomenheid in de gezondheidszorg” voor westelijk IJmuiden wil oplossen. De gemeente wil in hetzelfde gebouw een “wasinrichting voor de Velsense huisvrouwen” vestigen.
Gemeentelijk badhuis
Op 12 juli 1956 openen het Badhuis en de Zelfwasserij onder beheer van het bedrijf ‘Bad-, Was- en Zweminrichtingen (B.W.Z) der gemeente Velsen’ hun deuren aan de Hadleystraat en de Snelliusstraat. Het gemeentelijke badhuis telt dertien douches en een kuipbad. Een douche kost nu 25 cent – kinderen tot 16 jaar 13 cent – en een kuipbad 40 cent. Het badhuis voorziet nu in een grote behoefte; zo’n zeshonderd IJmuidenaren komen er wekelijks. Begin 1957 worden de tarieven verlaagd tot 20 cent voor een stortbad (kinderen een duppie) en een kuipbad 35 cent.
Aardgas en doormodderen
In de jaren zestig, als de meeste woningen op het aardgas zijn aangesloten en eigen sanitaire voorzieningen krijgen, loopt het badhuisbezoek drastisch terug. Na enkele jaren met verlies te hebben gedraaid wil de gemeente de exploitatie van het badhuis en de wasserij beëindigen. Onder druk van protesten, van onder meer actiegroep ‘Badhuis open!’, blijft het badhuis open. Eind november dat jaar lijkt het doek definitief te vallen als de ketel lek raakt en niet meer te repareren is. De gebruikers kunnen voor een douche terecht bij het Velserbad. De gemeente besluit de ketel te vervangen door een boiler en een verwarmingsketel. Begin januari 1975 komt het badhuis weer in bedrijf op vrijdagmiddag en de hele zaterdag. Vanaf dat moment kost een douche bij zowel het badhuis als het Velserbad slechts een kwartje.
De bovenverdieping van het badhuis biedt in de loop der jaren onderdak aan onder meer de dienst Bescherming Bevolking, een NVV-vereniging, drumband Voorwaarts, de Watervrienden, Idee ’67 (een sociëteit voor zestienjarigen en ouder), De Roestige Pot, Komitee Velsen voor de Derde Wereld.
Begin jaren tachtig sluit het badhuis definitief de kranen. Het pand wordt daarna gesloopt om plaats te maken voor nieuwbouwwoningen in 1987.
Fotobijschrift: Badhuis hoek Hadleystraat-Snelliusstraat bestemd voor afbraak ten behoeve van nieuwbouw, gezien in zuidoostelijke richting, januari 1982. Foto: Noord-Hollands Archief / Beeldcollectie van de gemeente Velsen, inv.nr. 8399