Velserbroek – Vier dagen lang timmeren, zagen, vastspijkeren en een hut in elkaar knutselen, wat een feest voor kinderen om in de vakantie te doen! Iedere tienplusser kon zich inschrijven via jongerencentrum De Koe. Dat leverde van te voren al zo’n 50 aanmeldingen op. ,,Op de dag zelf komen spontaan nog wel meer kinderen aanlopen,” weet een van de jongerenwerkers. ,,Die zijn dan evengoed welkom.”
Door Arita Immerzeel
Bij het naderen van het natuurterrein aan de Grote Buitendijk tegenover nummer 214 klinkt er dagenlang fanatiek getimmer en gezaag. Vier dagen lang tot en met 27 juli wordt er door een twintigtal jongerenwerkers een leuk programma begeleid. Naast het bouwen van een grote hut, wordt het een en ander aangevuld met een muziekavond, een hindernisbaan, horeca en sportactiviteiten zoals boogschieten.
Volgens een woordvoerder valt de meeste regen vóór of na de tijden, waarin aan de hutten gebouwd wordt. Er is door 51 deelnemers 20 euro betaald om mee te mogen doen. Er zijn geen noemenswaardige ongelukken te melden. ,,Een splintertje, meer niet’’.
De waanzinnige hut
Een gezellige, levendige groep van negen kinderen heeft een tophut gebouwd, waar iedereen via een grote glijbaan ook vanaf kan glijden. De hut staat aan de rand van het natuurgebied en achter een grote boom met zicht op open landschap. Tim (10), Nico (11), Lizzy (10), Ravian (10), Adam (10), Vince (10), Brynn (9), Martine (12) en Daniël (10) hebben veel plezier met elkaar. Behalve lachen en glijden bouwden ze met elkaar een stevige hut in elkaar met de naam ‘de waanzinnige hut.’ Ze doen allemaal voor de eerste keer mee en vermaken zich opperbest. Unaniem noemen zij Adam hun mascotte. Brynn en Vince worden uitgeroepen als meester timmermannen. Dat zij ook de meeste wonden hebben opgelopen, tja, dat hoort erbij. Het plezier om met elkaar te timmeren en iets leuks neer te zetten spat er bij alle negen kinderen vanaf. ,,Ik heb het hier leuker dan in een jaar met mijn klasgenoten,” verzucht een van hen.
Foto: Blauwe nagels en wondjes bij de makers van ‘de waanzinnige hut’. Foto: Arita Immerzeel