Sanpoort – De nieuwbouwlocatie Blekersduin wordt ontsloten door drie kleine straten, die vernoemd zijn naar drie Velsenaren die tijdens de Tweede Wereldoorlog om het leven kwamen. Wethouder Sander Smeets onthulde vorige week de straatnaamborden samen met nabestaanden van de drie mannen wiens namen op deze borden staan. Tijdens een korte plechtigheid vertelde de wethouder iets meer over de rollen die de mannen destijds in het oorlogsgeweld hebben gespeeld.
Door Raimond Bos
Ook elders in de gemeente Velsen zijn straten vernoemd naar oorlogsslachtoffers. De website 4en5meivelsen.nl toont een overzicht van verzetslieden die hun keuze met de dood moesten bekopen. Voor veel Velsenaren zijn de straatnamen bekend, maar de verhalen erachter kent lang niet iedereen. De Dinkgrevelaan, Gjertsenstraat, Homburgstraat en De Noostraat refereren stuk voor stuk aan inwoners van de gemeente Velsen die vielen voor onze vrijheid. Dat geldt ook voor Pieter Verswijveren, Albert Glas en Pieter Weij, naar wie de nieuwste straten van Santpoort-Zuid zijn vernoemd.
Pieter Verswijveren
Petrus (Pieter) Verswijveren werd geboren op 4 mei 1916 in Monnickendam als zoon van Jacobus Verswijveren en Gerarda van Alem. Hij groeide op in Velsen en maakte actief deel uit van het maatschappelijk leven in het dorp. Zo was hij lid van voetbalvereniging Waterloo en lid van de Paterskerk-parochie in IJmuiden. Na de lagere school ging hij bij Hoogovens aan het werk. Rond 1935 vervulde hij zijn militaire dienstplicht. Vier jaar later bevond de ongehuwde Pieter zich opnieuw onder de wapenen, toen eind augustus 1939 de algehele mobilisatie werd afgekondigd.
In mei 1940, direct na de Duitse inval, bevond het 10e regiment infanterie, waar Pieter deel van uitmaakte, zich op de Grebbelinie. In de dagen na de inval werd daar hard gevochten ten westen van Ede. Het dorp lag in de frontlinie en ergens nabij het gehucht Ederveen is Pieter Verswijveren op 11 mei 1940 gesneuveld. Hij werd begraven op donderdag 6 juni op de Westerbegraafplaats in IJmuiden. Pieter Verswijveren werd 24 jaar. De nabestaanden van de overleden soldaat lieten bij de onthulling van het straatnaambord weten dat zij het zeer waarderen dat ter nagedachtenis aan Pieter een straat naar hem is vernoemd. Zij beschouwen dit tevens als een symbool voor al de jonge mannen die ook vandaag de dag nog overal ter wereld sterven door zinloze oorlogen.
Albert Glas
Albert Glas werd geboren op 15 november 1914 in Velsen als zoon van Albert Glas en Grietje Prins. Zijn ouders waren afkomstig uit Egmond aan Zee, maar kwamen op jonge leeftijd naar Velsen en stichtten daar hun gezin. Vader was schipper, moeder zorgde als huisvrouw voor het kroost.
Albert, die Ab werd genoemd, doorliep zeven klassen van de lagere school, waarna hij in de leer ging als typograaf. In juli 1934 moest hij in militaire dienst, evenals vele andere leeftijdsgenoten uit zijn omgeving. Na het voltooien van zijn dienstplicht keerde hij terug naar Velsen, waar hij kort daarna Pieternella (Nel) Tol moet hebben ontmoet. Op 17 november 1938 trouwde hij met haar en het jonge echtpaar betrok een woning op de Westzaan B 26d.
Hun onbezorgde geluk duurde nog geen jaar. In september 1939 brak met de Duitse inval in Polen de Tweede Wereldoorlog uit en ook het Nederlandse leger werd gemobiliseerd. Ab was één van de jonge mannen die werden opgeroepen. Toen in mei 1940 ook Nederland werd aangevallen was Ab niet lang daarvoor vader geworden van een zoontje. Op 11 mei 1940 bevond Ab zich met zijn
regiment op de Grebbeberg bij Rhenen, waar hevig werd gevochten. Zijn dood was het gevolg van een verwarring in de communicatie tijdens die chaotische eerste dagen van de oorlog: samen met een medesoldaat werd Ab op verkenning gestuurd, maar op het terrein bleken 120 landmijnen te zijn gelegd. Niemand wist echter waar. Ab en zijn medesoldaat liepen per ongeluk op een landmijn en waren allebei op slag dood. Ab Glas, soldaat 1-II-10 R.I., ligt begraven op het Militair Ereveld op de Grebbeberg. Hij is slechts 25 jaar oud geworden.
Pieter Weij
Pieter (Piet) Weij werd geboren op 22 november 1903 in Velsen als zoon van Cornelis Weij en Gijsberta Engelhart. Na de lagere school ging hij varen op de grote vaart. Omdat hij graag wilde voetballen, besloot hij na enkele jaren een betrekking aan wal te zoeken. In 1928 trouwde hij met Cornelia Gertrud (Corrie) Pinxteren. Vijf jaar later, op 6 januari 1933, werd Piet vader van een zoontje, dat de naam Cees kreeg. Piet, die met lede ogen de opkomst van de nazi’s in Duitsland aanschouwde, was toen inmiddels lid geworden van de Communistische Partij. Twee jaar later nam hij ijspaleis De Beurs aan de Zeeweg over. Daar werkte hij tot 1939. Zijn broer nam vervolgens de zaak over en Piet ging aan de slag bij Hoogovens. Hij was een actieve verschijning in het dorp: hij speelde met veel plezier in het eerste elftal van de IJmuidense voetbalclub VSV en was daarnaast actief in de CPN, waarvoor hij in datzelfde jaar als gemeenteraadslid werd gekozen.
Na de Duitse inval in 1940 raakte Piet al snel betrokken bij het communistische verzet in Velsen. Hij maakte deel uit van een verzetsgroep die de illegale krant De Waarheid verspreidde en was tevens instructeur voor diverse CPN-groepen. Omdat hij een bekend gezicht was en daardoor gevaar liep voor arrestatie, deed hij in 1941 een stapje terug en dook onder, maar een jaar later keerde hij terug naar huis. De kust leek veilig: ‘goede’ politieagenten zouden waarschuwen wanneer er onraad dreigde. Toch kwam die waarschuwing te laat. In de nacht van 21 op 22 januari 1943 werd Piet gearresteerd, tegelijk met nog negen andere communisten. De volgende ochtend werden de arrestanten overgebracht naar het SD-gebouw in de Amsterdamse Euterpestraat, tegenwoordig de Gerrit van der Veenstraat. Kort daarna belanden ze in de Weteringschansgevangenis.
Kort daarvoor waren maar liefst 109 Haarlemse mannen gearresteerd als represaille voor de moordaanslag op Alois Bamberger, een Duitse onderofficier die op 30 januari op de Verspronckweg door verzetsmensen werd doodgeschoten. Zeven van hen werden ter dood veroordeeld. Ook Piet en twee andere Velsense communisten kregen de doodstraf. Hij mocht nog een vluchtig afscheidsbriefje schrijven aan zijn vrouw, dat hij besloot met de woorden: ,,Ik ga met opgeheven kop, vaarwel.’’ Op 2 februari 1943 werden Piet en de negen andere mannen in de duinen bij Bloemendaal doodgeschoten. Zijn vrouw en zoontje moesten het bericht vernemen uit de middagkrant. Pieter Weij kreeg na zijn dood postuum het Verzetsherdenkingskruis toegekend op begraafplaats Westerveld in Driehuis. Hij werd 39 jaar.
Arie Verswijveren samen met wethouder Sander Smeets. Pieter Verswijveren was de jongste broer van de vader van Arie. Foto: Bos Media Services