Velsen-Noord – Afgelopen donderdag konden omwonenden en media het opvangschip Silja Europa bezoeken om kennis te maken met de vluchtelingen en hun omstandigheden op het schip. Bewoners van Velsen hadden en hebben vaak bezwaren tegen vooral de locatie van de opvangboot, soms met goede reden. Maar uit onderstaand verslag van Monique van der Velden, woordvoerder/communicatieadviseur gemeente Velsen blijkt dat omwonenden behalve het hart op de tong dat hart toch ook op een andere goede plek hebben zitten.
,,Vandaag konden omwonenden een kijkje nemen op het opvangschip in Velsen-Noord. Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) vangt hier tijdelijk 1000 vluchtelingen op. Samen met andere collega’s verzorgen we de rondleidingen. Er was veel te doen om de komst van het schip; omwonenden maakten zich zorgen en er was volop media-aandacht voor deze niet alledaagse noodoplossing.
Ik ben op tijd en loop een rondje over het schip. Her en der zitten asielzoekers alleen of in een groepje. Ze praten, bellen met hun geliefden die zijn achtergebleven of kijken een filmpje op hun telefoon. Sommigen zeggen spontaan vriendelijk gedag, anderen kijken blij verbaasd als ik hén gedag zeg. De omwonenden zijn onder de indruk, stellen vragen en willen helpen. En ze zijn er, net als ik, stil van als we kort een jonge Syrische vrouw spreken die 4000 km lopend naar Nederland is gevlucht. Alleen.
Wachtend op de volgende groep raak ik in gesprek met een jonge Syrische vluchteling. Vader van drie jonge kinderen die nog samen met zijn vrouw in het onveilige Syrië zitten. Hij laat trots foto’s zien van zijn gezin en zegt dat hij Nederland dankbaar is. Ik zie ook het verdriet in z’n ogen omdat hij ze al elf maanden niet heeft gezien (behalve op een telefoonschermpje). M’n tranen zitten hoog. We gaan even eten. Na het eten raken we in gesprek met een man die alleen aan tafel zit. Goede baan in Syrië en gevlucht voor de oorlog. Ook hier direct de foto’s van vrouw en dochter die daar nog zijn. Hij maakt zich zorgen want elke dag kunnen er bommen vallen. Ik probeer me er een voorstelling van te maken.
De laatste rondleiding
Kinderen uit verschillende landen spelen met elkaar in de gangen en geven een vrolijke high five in het voorbijgaan. Bij het bezichtigen van de hutten (er past een stapelbed en een stoel in) hoor ik sommige omwonenden verzuchtend zeggen: ‘Het is wel heel klein’.
Om 21.00 uur rij ik naar mijn veilige huis en mijn kinderen. Ik zag betrokken en geïnteresseerde omwonenden die willen helpen. Ik zag hoop, moed, verdriet, zorgen en dankbaarheid bij de vluchtelingen. En ik besef vandaag meer dan ooit wat een geluk het is om in een veilig land als Nederland te wonen. M’n tranen rollen.’’ (Tekst en foto: Monique van der Velden)