IJmuiden- Ze hebben er gesjanst, gerockt, geslepen, pilsjes gepakt en waarschijnlijk heel wat shaggies gepaft. Want dat deed je in de roerige jaren ’60. En onder die noemer, de roerige jaren ’60, was er woensdag 17 november een vertelbijeenkomst in de Brulboei, het oudste buurthuis van IJmuiden, aan de Kanaalstraat. Hoewel het buurthuis, waar zich blijkbaar nogal wat afspeelde, toentertijd ‘om de hoek’ in een gebouw was. Naarmate de middag vorderde kwamen er verhalen op tafel om van te smullen, een heerlijk tijdsbeeld. Want het was een bijzondere tijd, de zeden werden losser, de muziek werd ruiger, de jeugd mocht dingen waar onze kinderen alleen aan mogen ruiken en aan de andere kant kon er ook weer een heleboel niet.
Door Ingeborg Baumann
Het nautisch ingerichte zaaltje van de Brulboei herbergt een twintigtal ‘krasse knarren’, zoals Pauline van Vliet ze noemt. Van Vliet maakte in 2016 de film Zicht op Water en was betrokken als historica en geschiedenisdocent bij het unieke boekwerkje: Beleef Oud-IJmuiden, verhalen door en voor Oud-IJmuidenaren. Ze is een beetje verliefd geworden op IJmuiden zegt ze, en dat snappen de aanwezigen wel. Pauline: ,,IJmuidenaren zijn leuke, gekke mensen maar heel erg eerlijk en recht door zee.’’ ,,Nou’’, zegt Paul: ,,Van dat goudeerlijk weet ik zo net nog niet. Er werd nogal wat gesmeesd, vissies achterover gedrukt.’’ In de roerige jaren ’60 in de IJmond speelde de Brulboei een belangrijke rol, het Witte Tejater (zo werd dat toen geschreven) kwam tot stand, je had de provo’s en de nozem- en hippiecultuur, ontstaan in Amsterdam. Je werd beoordeeld en veroordeeld aan de hand van het merk van je brommer en je had heel veel en hoog haar. De muziek werd meer uitdagend, zelfs opruiend, en erotischer. In het decennium daarvoor kwam je een heel eind als je hard werkte en goed luisterde naar je baas maar in de jaren’60 werd vrijheid een toverwoord. Hoe ging dat allemaal hier dan?
Provoceren
Aan de hand van een aantal vragen en terwijl The Who met My Generation door de speakers knalt beginnen de herinneringen op te borrelen. Een dame met pikzwart haar schikt haar haar wat hoger als ware het weer een suikerspin en een meneer met een nu grijze staart zegt niet veel maar je ziet de film van herinneringen door zijn hoofd schieten. Een andere heer is wat verlaat en komt een beetje strammig binnen maar de muziek geeft hem bijna het losse loopje van weleer. De eerste verteller is Joop, hij woonde in zijn jeugd en jonge jaren 300 meter van de Brulboei. ,,Er was niets anders om uit te gaan, zondagmiddag was hier het gezelligst. Ik had toen ook al niet veel haar maar kamde het in een Bill Haley krul. We draaiden plaatjes, er werd gedanst en geswingd.’’ ,,En geslepen!’’, herinnert een andere heer zich, en hij kijkt tevreden. ‘’Joop vervolgt: ,,Ik heb mijn vrouw hier opgepikt.’’ Ze zijn inmiddels 53 jaar getrouwd dus die Brulboei werkte beter dan Tinder nu. ,,Was je een kikker?’’, vraagt Pauline. ,,Dat weet ik niet. Ik had zo’n broek met smalle pijppies en een soort touwtje als stropdas.’’
Coca Cola
Philip kan zich wel de zaterdagavondclub herinneren: ,,Ze schonken alleen Cola maar ik weet niet wat daar in zat want na drie colaatjes werden we een beetje high. De houten vloer ging echt letterlijk heen en weer als we aan het dansen waren. Maar er was nevernooit bonje. Als de tent om 11 uur sloot gingen we nog even een pilsje halen met z’n allen. Ik zag er niet uit denk ik, ik had een soort vetkuif met brillantine. Ik denk dat ik een nozem was, ik reed op een Eysink. “ (Net als Kreidler en Zundapp was een Eysink een ‘buikschuiver’, je zat met je buik op de tank) ,,Die brommer had ik zelf bij elkaar gespaard en dan gingen we naar Bergen en Schoorl om meisjes tegen het lijf te lopen. Ik ben ook bij een concert van The Beatles geweest, dat kostte een paar centen maar met een paar vrienden konden we onze ouders overhalen.’’ Stel u trouwens bij de woorden concert en Beatles geen enorm evenement voor, het enige optreden van The Beatles in Nederland ooit werd niet gegeven in een grote stad als Amsterdam, Utrecht of Rotterdam, maar in het kleine West-Friese Blokker. Philip werd melkboer, net als zijn vader. Dat was hij dertig jaar lang en daarna zat hij 20 jaar in de vis.
Moetje
Patty is de volgende die haar herinneringen wil delen. Als je haar nu ziet, het is een knappe vrouw, kun je je voorstellen hoe ze eruit zag rond haar 18de. ,,Er was niets anders, ik vond de Brulboei fantastisch gewoon. ‘’Je was z’n mooie meid!’’, wordt geroepen. Haar echtgenoot, een grote stoere vent, zit ook in de zaal en begint zowaar te glunderen. Patty vertelt: ,,Ik was een van die ‘moetjes’. Ik was ook een beetje tegendraads en als je tegen mij zegt: je moet, dan doe ik het niet. En we hebben niet goed opgepast. Het was wel een dingetje ja, we waren met zeven kinderen en dan komt de middelste met zo’n verhaal thuis. Ik stopte met werken toen ik een kind kreeg en heb daarna nooit meer gewerkt. Jammer? Nou nee, ik heb eigenlijk alleen maar leuke dingen gedaan. Die Dolle Mina’s met hun ‘baas in eigen buik’, daar had ik wel van gehoord en ik vond het ook wel terecht. Ik ben heel gelukkig getrouwd maar 17 was wel erg jong voor een baby. Voorbehoedsmiddelen werd niet over gesproken in die tijd. Je durfde het ook niet aan om condooms te kopen.’’ En op de vraag van Pauline of er wel eens rottigheid was wordt eensgezind geroepen: ,,Nee joh. Nooit. Haarlemmers waren de messentrekkers. Wij niet!’’ Overigens zien de meeste aanwezige mannen er nog steeds uit of ze het wel met woorden en anders met hun vuisten aankunnen.
De verhalen worden gebruikt voor een podcast-reeks over ‘De roerige jaren zestig in de IJmond’ gemaakt door Stichting KIST.
Foto:
Het zaaltje in de Brulboei herbergt voormalig nozems, kikkers en mooie meiden. Kakkers niet, die waren er niet in Oud-IJmuiden. Foto: Ingeborg Baumann