IJmuiden – Praten over de oorlogsjaren…? Dat deed de uit Scheveningen afkomstige Piet de Jong nooit. De traumatische ervaringen uit die tijd verzweeg hij altijd en ook zijn zoon Jan, nu 68 jaar oud, had er geen weet van. Toch is hij er – met externe hulp – vorig jaar in geslaagd om er een boek over te kunnen schrijven. Een boek dat voor veel inwoners van IJmuiden wellicht een beeld van herkenning zal oproepen. Zijn vader Piet heeft namelijk meer dan 45 jaar in IJmuiden gewoond en was bij velen bekend door zijn (kerkelijke) functies en werkzame leven bij de uitvaartverzorging.
,,Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak werkte mijn vader in de gemeente Den Haag bij het arbeidsbureau”, vertelt Jan de Jong. Hij gaat verder: ,,Duitse artsen bepaalden of jonge mannen ‘fähig’ of ‘unfähig’ (geschikt of ongeschikt) waren om te werk gesteld te worden in de Duitse oorlogsindustrie. Als vader op die lijsten namen van vrienden of kennissen zag, vulde hij in dat ze daar ongeschikt voor waren. Uiteraard liep hij een keer tegen de lamp. In juni 1942 – hij was toen 20 jaar – was het zover. Hij werd ontslagen, opgepakt en naar de gevangenis in Scheveningen gebracht. Dat gebouw staat nu als Oranjehotel bekend. Daarna verbleef hij, onder erbarmelijke omstandigheden, tien weken in Kamp Amersfoort. Toen zijn zaak voorkwam bij de rechtbank in Den Haag werd de doodstraf geëist. Dankzij een advocaat is dat vonnis niet uitgevoerd maar omgezet in vijf jaar Zuchthaus.”
,,Na bijna vier jaar van veel ontberingen werd hij door het Russische leger bevrijd.’’
Op vijf verschillende locaties heeft Piet de Jong in Duitse tuchthuizen, gevangenissen en concentratiekampen uiteenlopende lichamelijk zware werkzaamheden moeten verrichten. Hij kreeg te maken met Duitsers die hem soms goed, maar vaak ook slecht hebben behandeld. Op 26 april 1945, na bijna vier jaar van veel ontberingen, werd hij door het Russische leger bevrijd. Hij is richting het westen gelopen, waar hij uiteindelijk in door de Amerikanen bezet gebied terechtkwam. Nadat hij voldoende was aangesterkt is hij, via Noord-Frankrijk, Luxemburg, België en Maastricht, weer in Kamp Amersfoort terecht gekomen. Vanwege de totale evacuatie van Scheveningen woonde zijn moeder tijdelijk bij een gastgezin Ermelo, waar hij uiteindelijk met haar is herenigd.
,,Ze waren niet in staat om met elkaar over hun oorlogservaringen te praten.’’
Jan de Jong: ,,Vóór de oorlog had mijn vader een meisje leren kennen waar hij later mee is getrouwd. Ook zij had het een ander meegemaakt. Veel van haar familieleden, vrienden en kennissen hebben de oorlog niet overleefd. In sommige opzichten was het een moeizaam huwelijk, want ze waren niet in staat om met elkaar over hun oorlogservaringen te praten. Dan klapten ze helemaal dicht. Als wij, kinderen, daar soms vragen over stelden kregen we een draai om onze oren. Gelukkig waren er ook tal van gezellige momenten.”’
,,In alle anonimiteit kon hij eindelijk zijn verhaal kwijt zonder dat daarover werd geoordeeld.’’
Vele jaren later kreeg dr. Geraldien von Frijtag Drabbe Künzel, een medewerkster van het Nationaal Instituut Voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) het dossier van Piet de Jong over diens eerste verblijf in Kamp Amersfoort in handen. Ze heeft twee boeken geschreven: ‘Kamp Amersfoort’ en ‘Het Recht van de Sterkste’, over de Duitse strafrechtspleging in bezet Nederland.
Tijdens haar speurtocht naar informatie interviewde ze een aantal mensen, waaronder Piet de Jong. In alle anonimiteit kon hij zo, in 1996, eindelijk zijn verhaal kwijt zonder dat daarover werd ge- of veroordeeld. Het verhaal is vastgelegd op twee cassettebandjes. Anderhalf jaar geleden heeft Jan de Jong ze van Geraldien gekregen. ,,Ik liep al langer rond met het idee om een boek over mijn vader te schrijven. Door de vondst van die cassettebandjes is dat in een stroomversnelling geraakt.’’
,,Door dit boek te schrijven heb ik meer begrip voor mijn ouders gekregen.’’
Jan ging met het materiaal aan de slag en had daarbij een duidelijk doel voor ogen: ,,In het boek heb ik mijn vader het gezicht willen geven dat hij nooit heeft gehad. Ik heb aan willen tonen dat hij vaker gezien werd, en dat er vaker rekening met hem is gehouden dan hij zelf heeft ervaren. Omdat ik er nooit met mijn ouders over heb kunnen praten, bevatte zijn verhaal veel informatie waar ik geen weet van had. Door dit boek te schrijven zijn mijn ouders meer voor mij gaan leven en heb ik meer begrip voor hen gekregen. Bovendien heb ik het nu ook een plekje voor mezelf kunnen geven. Ik heb twee hoofdstukken gewijd aan het leven van hun kinderen en kleinkinderen, dat door hun ervaringen ook voor een deel is gevormd en bepaald.”
Het boek ‘De man die niet werd gezien’ is gedrukt in een beperkte oplage. De boekjes zijn voor 12,50 euro te koop bij diverse boekhandels in IJmuiden. (Foto’s: aangeleverd)