IJmuiden – Wekelijks legt Erik Baalbergen een typisch IJmuidens beeld vast, naar aanleiding van de actualiteit, een bijzondere gebeurtenis, een evenement of gewoon vanwege de mooie taferelen die IJmuiden biedt. Achter elke foto schuilen wetenswaardigheden over IJmuiden. In deze aflevering aandacht voor de pierenverlenging in de jaren zestig van de vorige eeuw.
Bladerend in een fotoalbum van mijn ouders kwam ik bijgaand vakantiekiekje tegen. Het plaatje is tijdens een verblijf in een vakantiehuisje op het IJmuiderstrand in juni 1959 gemaakt door mijn vader met de toen erg populaire Agfa Clack. Op de foto zien we de ‘oude havenmond’ van IJmuiden, van voor de verlenging van de pieren. Aan de horizon bevinden zich de Zuidpier (links) en Noordpier (rechts). Het zich op de pieren is ten tijde van het maken van de foto nauwelijks veranderd sinds de opening van het kanaal in 1876. Op de voorgrond zien we een stukje van het voormalige kleine strand en de strekdam. Deze lagen beide aan de voet van het nog steeds aanwezige Seinpostduin. Het zwaaiende kind op de foto is mijn oudste broer; ik was toen nog niet op deze aardkloot gearriveerd.
De foto is nabij de Seinpostweg gemaakt, ongeveer aan de voet van het huidige Haven Operatie Centrum. In de loop der jaren verdwijnt dit havenbeeld grotendeels, door de verlenging van de pieren in de jaren zestig, de aanleg van de IJmondhaven (1999-2004) en de ontwikkeling van het gebied rond de IJmondhaven de laatste vijftien jaar. Tegenwoordig bevinden zich op de plek van het kleine strand op de foto onder meer de Vlissingenstraat, de Monnickendamkade en de bedrijfsgebouwen van Iskes en diverse offshorebedrijven.
De verlenging van de pieren vindt plaats als onderdeel van de vergroting van de havenmond in de periode 1957-1967. De oorspronkelijke pieren steken elk 1400 meter in zee, gemeten vanaf de strandlijn. Ze omsluiten de havenmond als twee symmetrische armen. In de loop van de twintigste eeuw wordt de havenmond moeilijker bevaarbaar voor de steeds groter wordende schepen. Bij het binnenvaren moet heel sterk rekening worden gehouden met – naast de tijstromen – de zandplaten voor de ingang, de wrakken van een aantal tijdens de Tweede Wereldoorlog gezonken schepen (de J.P. Coen, de Van Rensselaer en de Tjikini) en het nemen van een korte boog tussen de pieren voor het aanlopen van het buitenkanaal richting Noordersluis.
De nieuwe havenmond moet veel grotere schepen kunnen verwerken. De toegang wordt 400 meter breed en de schepen krijgen tussen de pieren een grotere uitlooplengte. Proeven met een model van de nieuwe havenmond bij het Waterloopkundig Laboratorium in de Noordoostpolder wijzen uit dat een asymmetrische vorm van de pieren helpt bij het op natuurlijke wijze opruimen van een grote zandplaat voor de ingang en het tegengaan van verzanding. Vanaf begin jaren zestig worden de pieren onder handen genomen. De oude kop van de Zuidpier wordt met 280 meter ingekort en de pier wordt verlengd tot ongeveer 3000 meter. De Noordpier wordt verlengd tot 2200 meter. Voor de verlenging van de pieren worden rotsblokken uit België per trein aangevoerd; velen kunnen zich deze lange treinen langs en door IJmuiden nog goed herinneren! Twee speciaal hiervoor gebouwde kraaneilanden, de Kraanvogel en de Lepelaar, spelen vanaf 1964 een hoofdrol bij de werken en bepalen lange tijd de westelijke skyline van IJmuiden.
Door de verlenging van de pieren wijzigt ook de vaargeul. Omdat de van zee komende schepen zich oriënteren op de ‘lichtenlijn’ van de twee vuurtorens, moet deze lijn dus ook wijzigen. Daarom wordt in 1966 de kleine vuurtoren op het Seinpostduin veertig meter naar het zuiden, naar zijn huidige positie verplaatst.
De vergroting van de havenmond ondervindt veel vertraging door stormschade aan delen van de pieren, de problemen met het door de zomerzon zacht worden van het gebruikte steenasfalt en het ruimen van de scheepswrakken. In 1967 wordt het werk voltooid. Op 15 juni 1967 wordt de nieuwe havenmond door Koningin Juliana feestelijk geopend. Wil je vandaag de dag een soortgelijke foto maken, dan moet je zo’n 500 meter naar het westen, aan het einde van het Pierewaaierspad je Clack westwaarts richten. Vergeet vooral je filmrolletje niet!